De Trappen van Vergelijking: Als of Dan?

De Trappen van Vergelijking: Als of Dan?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Trappen van Vergelijking: Als of Dan?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van de les weet je wat de trappen van vergelijking zijn en wanneer je als of dan gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn de trappen van vergelijking?
De trappen van vergelijking zijn de manier waarop we adjectieven gebruiken om te vergelijken.

Slide 3 - Tekstslide

Positief
Dit is de basisvorm van een adjectief. Bijvoorbeeld: groot, snel, mooi.

Slide 4 - Tekstslide

Vergrotende trap
De vergrotende trap gebruik je wanneer je twee dingen vergelijkt. Bijvoorbeeld: groter, sneller, mooier.

Slide 5 - Tekstslide

Overtreffende trap
De overtreffende trap gebruik je wanneer je drie of meer dingen vergelijkt. Bijvoorbeeld: grootst, snelst, mooist.

Slide 6 - Tekstslide

Als of dan?
Je gebruikt 'als' bij de vergrotende trap en 'dan' bij de overtreffende trap.

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
Welke trap van vergelijking is dit? De auto is sneller dan de fiets.

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatting
Je hebt geleerd wat de trappen van vergelijking zijn en wanneer je als of dan gebruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag