“We hebben twee zonen met fragiele X. De jongens houden veel van muziek en zingen
zelf ook veel. We gaan naar een minipopfestival in het dorp. We pakken de bakfiets en
vertrekken. Echt luisteren naar de muziek lukt niet, maar we proberen zo veel mogelijk
overal aan deel te nemen. Alle soorten muziek komen aan bod, van rock& roll tot hardrock tot dameskoor. De jongens amuseren zich en ze redden zich in de drukte (met chips
en sinas). Op een gegeven moment komt een heavy metal band. De zangeres begint te
zingen (op een mooie toon gillen). Toine raakt in paniek en rent weg. Van de schrik moet
hij plassen, we rennen dus naar de WC. Eenmaal geplast wil hij er niet af en is erg aan
het huilen. Tussen de tranen door snikt hij: die… vrouw..snik…kan niet…snik…zingen!! Ik
schiet in de lach: ik moet hem wel een beetje gelijk geven! Het lukt niet meer om tot rust te
komen. Dat was dus het einde van het festival. Zijn broer amuseert zich nog wel redelijk,
maar is allang blij als we naar huis gaan. Dat is altijd het leukste van een uitje: naar huis
gaan! Je hoort ze bijna denken: dat hebben we weer overleefd.”