§3.3 Energiebronnen en milieu

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Gevolg energieverbruik:
  • Versterkt broeikaseffect (global warming):​
      - zonnestralen op aarde => verwarmen & atmosfeer houdt warmte vast.​
  • Zure regen en smog:​
      - zure regen door zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) bijtend​
      - smog door uitlaatgassen/ rook, stikstofoxide (NOx) irriterend​



1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Gevolg energieverbruik:
  • Versterkt broeikaseffect (global warming):​
      - zonnestralen op aarde => verwarmen & atmosfeer houdt warmte vast.​
  • Zure regen en smog:​
      - zure regen door zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxiden (NOx) bijtend​
      - smog door uitlaatgassen/ rook, stikstofoxide (NOx) irriterend​



Slide 1 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Gevolg energieverbruik:
  • Kernafval:​
      - gevaarlijker door de straling die het uitzendt en
      - de lange halveringstijd​
  • Horizonvervuiling:​
      - produceert schone energie maar worden overal geplaatst;
      - niet overheen te kijken.
      - gevaarlijk voor dieren (vogels)



Slide 2 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Hernieuwde energie:
Wind          => windturbines
Zon             => zonnecel; stralingsenergie in elektrische energie
                           zonnecollector; stralingsenergie in thermische energie
Water         => stuwmeer; zwaarte-energie in bewegingsenergie
                            bewegingsenergie in elektrische energie
Getijden    => eb en vloed => zwaarte-energie



Slide 3 - Tekstslide

§3.1 Energie omzettenen
Energie meten in Joule (J)
1 kilojoule = 1 kJ = 1000J = 1・103
1Ws = 1J                     1Nm = 1J
Een voorwerp if een stof bevat energie als het een kracht op iets anders kan uitoefenen of iets kan verwarmen.
E = P ・ t
W = F ・ s
Toename = (𝑛𝑖𝑒𝑢𝑤 − 𝑜𝑢𝑑)/𝑜𝑢𝑑 x 100% 

Slide 4 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
Opdrachten voor de volgende les.
Noteer via gegeven, gevraagd, oplossing
de antwoorden in je schrift/klapper (A4-formaat)

Slide 5 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
7. Bij verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan  
    verschillende gassen.
    Sommige van die gassen zijn schadelijk voor het milieu.
   a. Welk gas zou een klimaatsverandering kunnen veroorzaken?
   




Slide 6 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
7. Verbranding van fossiele brandstoffen.
    Sommige van die gassen zijn schadelijk voor het milieu.
   b. Welk gas draagt bij aan het ontstaan van smog?
   c. Welke gassen veroorzaken zure regen?




Slide 7 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
8.
a. Waarom wordt een waterkrachtcentrale veelal 
     bij rivieren geplaatst?
b. Waarom is een dijk een geschikte plaats voor windmolens?

 





Slide 8 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
9. Artikel

Slide 9 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
9. Lees het artikel op voorgaande bladzijde.
a. Welke energiesoort levert het frituurvet voor het opwekken 
     van elektrische energie?
b. Waarom mag dit groene stroom genoemd worden?


Slide 10 - Tekstslide

§3.3 Energiebronnen en milieu 
9. Lees het artikel op voorgaande bladzijde.
c. Bereken het gemiddelde vermogen van de centrale in MW 
     als een gezin
gemiddeld 600W elektrisch vermogen 
     van de centrale afneemt. 

Slide 11 - Tekstslide