Afsluiting H3: De Grieken

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Afsluiting H3: De Grieken

Deze les:

• SO hoofdstuk 3 in lessonUp
• Herhaling H3
• Aan de slag met een kleine oefentoets
• leren, oefentoets van de methode maken, vragen stellen.

Aan het einde van deze les

... Weet je hoe goed je het leerwerk van H3 onder de knie hebt.

... Weet je waar hoofdstuk 3 over ging, en wat belangrijk is om te leren.

... Weet je hoe toetsvragen er ongeveer uit gaan zien.

SO Leerwerk H3

Via LessonUp

bluetooth aan, wifi netwerk: Es leerling

Klaar? oefentoets H3 van de methode maken.

Afsluiting H3

In dit hoofdstuk:

3.1 De Griekse wereld

3.2 Het bestuur van de stadstaat

3.3 Geloven en weten

3.4 Strijden of sporten

3.5 Griekse kunst

Dit hoofdstuk gaat over de samenleving en cultuur van de Grieken in de Oudheid

3.1: De Griekse wereld

• Stadstaten
• Kolonies
• Grieken en andere volken
• Athene
• Sparta

3.2: Het bestuur van de stadstaat:

• Bestuursvormen
• Athene
• Democratie in Athene

3.3: Geloven en weten

• goden
• onderzoekers en denkers
• verhalen
  
• culturele eenheid
  

3.4: Strijden of sporten

• Olympische spelen
• Grieken tegen de Perzen
• Grieken tegen Grieken
• Oorzaak, gevolg en aanleiding
• Hellenisme
• Alexander de Grote

3.5: Griekse kunst

• bouwkunst
• beeldhouwkunst
• schilderkunst
• toneelstukken
• soorten zuilen

Soorten vragen:

R= reproductie, dit is je leerwerk

T1= toepassing van je kennis in situaties zoals je ze eerder in de les hebt gezien.

T2= toepassing op nieuwe situaties (moeilijker)

I = Inzicht

Uitleg oefentoets:

• Voor elke vraag kun je punten halen.
• Nadat je je antwoord hebt ingevuld kijk je je antwoord na en geef je jezelf het juiste aantal punten. (noteer dit voor jezelf)
• noteer welke vragen goed gaan en welke vragen niet goed gaan.
• maak aan het einde voor jezelf een overzicht van wat je nog moet leren.

opdracht 2: (T1) (2p)
Welk begrip uit het hoofdstuk past het beste bij deze afbeelding? Leg je antwoord uit.

Opdracht 3: T2, 4p

Opdracht 4 : (R)(1p) Alexander de Grote veroverde een enorm Rijk. Maar na zijn dood viel dit al snel uiteen. Hoe kwam dat? Kies het juiste antwoord.

1. A. De Perzen sloegen terug. Zodra ze hoorden dat Alexander dood was, veroverden ze hun land weer terug.
2. B. De drie zoons van Alexander maakten ruzie over hoe het Rijk het beste beschermd kon worden. Ze konden het niet eens worden en daardoor viel het Rijk uiteen.
3. C. Alexander werd opgevolgd door zijn vrouw, Roxanne. Maar zij was een prinsesje dat helemaal geen verstand had van vechten. Dus vielen verschillende buurvolken het Rijk binnen en Roxanne had geen idee wat ze daar tegen kon doen.
4. D. Alexanders generaals wilden allemaal een deel van het Rijk hebben, waardoor het Rijk in stukken werd gedeeld.

Opdracht 5: (T2/ 2p) Leg uit dat deze afbeelding te maken heeft met het beschermen van de democratie van Athene

Opdracht 6: (R/T1) (1p) Welke uitspraak over Griekse toneelstukken is fout?

1. De Grieken hadden twee soorten toneelstukken: de komedie en de tragedie.
2. De meeste Griekse toneelstukken gingen over mythologie of over het dagelijks leven.
3. Volgens de Grieken was een toneelstuk een vorm van vermaak. Het hoefde dus niet leerzaam te zijn.
4. Toneelstukken werden opgevoerd in een theater in de buitenlucht, dat een halfronde vorm had.

Opdracht 7: (T2) (3p) Welke begrippen horen bij de volgende rijtjes?

A. goden – verhaal – avontuur
B. zelfstandig – eigen regels – Athene – Sparta
C. kennis – natuurkunde – aardrijkskunde – onderzoek

Opdracht 8: (I) (2p) Bekijk de afbeelding, stel je voor iemand zegt: "Athene was geen echte democratie"
Leg uit dat hij gelijk heeft gebruik hiervoor een voorbeeld uit de afbeelding.

Opdracht 9: (I) (2p) Lees de bron, bij welk soort verhaal dat je dit hoofdstuk geleerd hebt past deze bron? Leg je antwoord uit.

opdracht 10 (I) (2p)
Bekijk de afbeelding, leg uit dat deze afbeelding niet gemaakt kan zijn in de prehistorie.

Opdracht 11 (T2) (2p) Bekijk de afbeelding, bij welk begrip uit het hoofdstuk past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.

Opdracht 12 (I) (2p): lees de bron, uit welke stadstaat zal deze bron komen denk je? Leg je antwoord uit.

Afsluiting:

Tel je punten op.

Je kunt je cijfer op de volgende manier uitrekenen: 

jouw behaalde punten/ 26 x9+1