Waarnemen

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sociale wetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waarnemen

Slide 2 - Woordweb

Waarnemen is het leren kennen van de omgeving via de zintuigen.

Slide 3 - Tekstslide

  Hoe verloopt het waarnemingsproces?
1. Je zintuigen ontvangen allerlei prikkels = receptoren
2. De prikkels worden via sensorische zenuwbaan verzonden naar de hersenen.
3. De prikkels worden in de hersenen verwerkt = decoder
4. Door de verwerking krijgt de prikkel een betekenis. 
5. Je reageert op de prikkel = effectoren. 


Slide 4 - Tekstslide

De reactie kan twee vormen aannemen:


  • spierwerking (beweging): je begint te lopen, je schrikt, je krabt, …
  • klierwerken (afscheiding): je ogen tranen als je uien snijdt, je krijgt water in je mond als je frietjes ruikt, ….
  • Bij een baby uiten die reacties zich in reflexen. Een reflex is een automatische reactie op een prikkel uit de omgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Volgorde van het waarnemingsschema
A
Prikkel - hersenen - zintuig - gedrag
B
Zintuig - prikkel - hersenen - gedrag
C
Prikkel - zintuig - hersenen - gedrag
D
Zintuig - hersenen - prikkel - gedrag

Slide 7 - Quizvraag

Prikkels

Prikkels zijn waarneembare veranderingen in onze omgeving of in ons lichaam die een reactie uitlokken.

• Selectie van prikkels p 8
Als we al die prikkels zouden registreren dan zouden we gek worden.
Testje: Maak de klas stil, sluit je ogen en probeer alle geluiden, geuren trillingen in je op te nemen. Noteer alle waarnemingen die je hebt opgevangen.


Slide 8 - Tekstslide

• Welke prikkels registreren je hersenen?
  1. Verandering: iets dat anders is valt onmiddellijk op
  2. Beweging: hoe meer beweging hoe meer het opvalt.
  3. Herhaling
  4. Intensiteit

Slide 9 - Tekstslide

1. Verandering

Slide 10 - Tekstslide

2. Beweging

Slide 11 - Tekstslide

3. Herhaling
Als je een prikkel steeds opnieuw ontvangt, dan zal je na een tijdje gewend geraken aan die prikkel en hem niet zo sterk meer ervaren.
Bijvoorbeeld:
  • Je parfum
  • het getik van een wandklok
  • De trein die voorbij rijdt

Noteer p 8 zelf een voorbeeld!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

4. Intensiteit
hoe groter hoe meer het opvalt
=> absolute drempel = minimale intensiteit die een prikkel nodig heeft om op te vangen
Prikkels die je ontvangt, moeten sterk genoeg zijn om waarneembaar te zijn. Dat geldt voor alle zintuigen.
  • soms is het geluid te ver en kan je het niet horen
  • sis het voorwerp te ver en kan je het niet zien
  • soms is het gewoon te donker en kan je het niet zien
Vul in p 9

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide