NN1 les 3: H2 schrijven 5W+H

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, laptop en schrift).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Mijn pet of capuchon is af.

Slide 2 - Tekstslide

Mijn eerste indruk van Groot Goylant
les 3:
Schrijven van een korte tekst

Slide 3 - Tekstslide


Deze les:
  • Terugblik
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie: 5W + H
  • Oefenen
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 4 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
Hoofdletters en leestekens

Slide 5 - Tekstslide

Met of zonder hoofdletter?
A
september
B
September

Slide 6 - Quizvraag

Met of zonder hoofdletter?
A
zuiden
B
Zuiden
C

Slide 7 - Quizvraag


Welk woord schrijf je met een hoofdletter?
A
kerstkransje
B
appelflap
C
rijksstraatweg
D
juni

Slide 8 - Quizvraag

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

opdracht 1
opdracht 2 (blz 32 - 33)
en pas je uitnodiging voor het 1ste jaars feest aan.

Slide 9 - Tekstslide

Start opdracht
Luister naar de tekst en beantwoord de volgende vragen:
  1. Wanneer begint een nieuw seizoen Brugklas?
  2. Wie is de hoofdrolspeler?
  3. Waar is de talentendag?
  4. Wat werd begin maart georganiseerd?
  5. Waarom werd er een talentendag georganiseerd?

Slide 10 - Tekstslide


Lesdoel:

Ik weet:
  • Ik kan een korte tekst schrijven met behulp van de 5W + H vragen: Wie Wat Waar Wanneer Waarom + Hoe

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Instructie
Een korte tekst schrijven
Het is dan handig om eerst alle informatie op een rijtje te zetten. Dat doe je met de 5w+h-vragen: 
WIE                   WANNEER
WAT                  WAAROM
WAAR              HOE                           

Op een papiertje schrijf je voor jezelf kort de antwoorden op. Als je informatie verzameld hebt, ga je schrijven. Eerst vertel je WIE, WAT, WAAR en WANNEER. Daarna geef je meer informatie over het HOE en WAAROM.

Slide 13 - Tekstslide




Aan de slag:
  1. Pas je uitnodiging aan met de 5W + H vragen
  2. Maak hem op A5 papier in het net!


timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide

Huiswerk:

Maak opdracht:
Maak de uitnodiging af in het net

Slide 15 - Tekstslide


Evaluatie:
  1. Wat was het lesdoel?
  2. Hoe ging het vandaag?
  3. Wat is het huiswerk:

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide