FA p3a GL3 CH1 Bron C Bezittelijk voornaamwoord




Aujourd'hui c'est mercredi le 21 septembre
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Aujourd'hui c'est mercredi le 21 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Tu as passé un bon weekend?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Aujourd'hui
  • Nabespreken huiswerk (bron A + bron B)
  • Uitleg bron C
  • Aan de slag op niveau
  • Wat ga je morgen doen tijdens de workshop?

Slide 3 - Tekstslide

Bron A
  • Oefening 6a (zet de woorden in de zinnen)
  • Oefening 6b (signaalwoorden en verbanden)

Slide 4 - Tekstslide

Verbindingswoorden / Signaalwoorden

Je kunt van 2 korte zinnen 1 zin maken. Je plakt ze dan aan elkaar vast met een verbindings- of signaalwoord. Bijvoorbeeld zo:
J'aime le chocolat ET j'aime la glace.
In deze zin is ET (en) het verbindingswoord.
Andere veel gebruikte verbindingswoorden zijn MAIS (maar) en DONC (dus).
Ze geven een verband tussen de 2 delen aan.

Slide 5 - Tekstslide

Verbindingswoorden / Signaalwoorden

Verbindingswoord
Verband
Et (en)
Opsomming
Mais (maar)
Tegenstelling
Donc (dus)
Gevolg of conclusie
Parce que (omdat
Reden
Depuis (sinds)
Tijd
De plus (bovendien)
Opsomming

Slide 6 - Tekstslide

Bron B Leesvaardigheid
  • Oefening 8 tot en met 11
  • Waren er oefening waar je niet uitkwam?
  • Waar liep je tegenaan?
  • Morgen tijdens de workshop zelfstandig nakijken

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel deze les
  • Ik begrijp de bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans toepassen

Slide 8 - Tekstslide

Le pronom possessif


"C'est ma carotte!"

Slide 9 - Tekstslide

Le pronom possessif
Le pronom possessif = het bezittelijk voornaamwoord.

Comment s'appelle sa grand-mère?

Hoe heet zijn/haar oma?

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld:
Voilà Monique. Son frère s'appelle Thomas.
Daar is Monique. Haar broer heet Thomas.

Et il s'appelle Marc. Sa soeur s'appelle Yvette.
En hij heet Marc. Zijn zus heet Yvette.

Slide 11 - Tekstslide

m - v- mv ?Voorbeeld:
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        Le pronom possessif
        
                          mannelijk        vrouwelijk    meervoud

mijn                      mon                  ma                 mes

jouw                     ton                     ta                   tes

zijn / haar            son                     sa                  ses

Slide 12 - Tekstslide

Let op:

Het Frans kijkt naar het woord waar het bezittelijk voornaamwoord bij hoort om te bepalen welk woord je nodig hebt. 
Het LE / LA / LES bepaalt!!

Slide 13 - Tekstslide

m - v- mv ?Voorbeeld:
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

        Le pronom possessif
        
                          mannelijk        vrouwelijk    meervoud

mijn                      mon                  ma                 mes

jouw                     ton                     ta                   tes

zijn / haar            son                     sa                  ses

Slide 14 - Tekstslide

m - v- mv ?
Kijk naar het zelfstandig
naamwoord ACHTER het 
bezittelijk voornaamwoord!

 
J'habit ici, voilà ...... maison

       Le pronom possessif
        
                         enkelvoud                   meervoud

ons, onze            notre                            nos

jullie, uw             votre                             vos

hun                      leur                              leurs

Slide 15 - Tekstslide

m  - v - mv ?
Hoe weet je nu of je
mannelijk, vrouwelijk of meervoud 
moet gebruiken?

Regarde, c'est ....... copine. (mijn)

Slide 16 - Tekstslide

m  - v - mv ?
Kijk naar het zelfstandig naamwoord
ACHTER
het bezittelijk voornaamwoord.

Copine = la copine = vrouwelijk 
DUS: mijn + vrouwelijk = ma copine

Slide 17 - Tekstslide

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle Rodenborch.


Slide 18 - Tekstslide

let op: klinkerregel!
l'école = vrouwelijk

Mon école s'appelle Rodenborch.

Ma école mag niet vanwege klinkerbotsing!

Slide 19 - Tekstslide

Aanvulling voor VWO

Slide 20 - Tekstslide

Il y a des questions?
Als we voldoende lestijd overhouden doen we oefening 12 van bron A.

Slide 21 - Tekstslide

Au travail (nu en workshop)
  • Maken (op niveau): Bron C: 13 + 14, 15 mag (uitdaging)
  • Bron E: 19a + 19b + 19c
  • Niet klaar tijdens de les, dan is het huiswerk

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk wo 28-09
  • Leren: Vocabulaire bron A + bron b
  • (Af)Maken: oefeningen die je nog niet af had in week 38

Slide 23 - Tekstslide