H1 Natuurkunde en Scheikunde: een nieuw vak onderzoeken

Natuurkunde
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Natuurkunde

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  1. Even voorstellen
  2. wat heb je allemaal nodig 
  3. introductie
  4. een nieuw vak
  5. onderzoeken

Slide 2 - Tekstslide

voorstellen
Gijs van de Schilde
SCD
scd@segbroek.nl

mentor 3MA
 

Slide 3 - Tekstslide

wat heb je allemaal nodig
  • ruitjes schrift A4
  • geodriekhoek
  • rekenmachine
  • goed gevulde etui
  • je boek
  • en je device (opgeladen graag)  

Slide 4 - Tekstslide

LessonUp
ga naar lessonup
en zoek de klas 

klascode:  tcqon

Slide 5 - Tekstslide

Natuurkunde
(zet je naam bij je anywoord)

Slide 6 - Woordweb

NOVA
ga via magister naar je digitale methode van NOVA

klascode voor 2M1
klascode 376104

Slide 7 - Tekstslide

introductie
maak in de digitale methode de introductie opgaven


Slide 8 - Tekstslide

een nieuw vak
  • NaSk betekent NAtuurkunde en ScheiKunde.
  • Vak gaat over de dingen die om je heen gebeuren.

Slide 9 - Tekstslide

Bliksem is een natuurverschijnsel
Roesten is een chemische reactie (stoffen "verdwijnen" en ontstaan)

Slide 10 - Tekstslide

natuur
  • Bliksem, licht, water, ... zijn dingen die in de natuur gebeuren en voorkomen   -> natuurverschijnselen.

  • Biologie gaat dan weer over de levende natuur

  • Hout en steen zijn stoffen.  Dat wil zeggen waarvan het gemaakt is.  Als de mens dit gebruikt om iets te maken is dit een "materiaal".

Slide 11 - Tekstslide

Welke stof zie je hier?

Slide 12 - Tekstslide

Welke stof zie je hier?

Slide 13 - Tekstslide

Stoffen veranderen
  • Water is vloeibaar.
  • Als water bevriest is het ijs en kan je het oprapen.  Nu is het vast.
  • Water hangt ook in de lucht, als een gas.  Dit kan je niet vastpakken.
  • Vast, vloeibaar en gas zijn toestanden.

dit noem je een natuurkundig proces

Slide 14 - Tekstslide

Stoffen veranderen: 2 manieren
Een stof verandert van toestand (kan je omkeren) = natuurkunde.
--> natuurkundig proces

Een stof verandert in een andere stof (kan je niet meer omkeren) = scheikunde.
--> chemische reactie

Slide 15 - Tekstslide

Kaarsvet smelt
A
Toestand verandert
B
Stof verandert

Slide 16 - Quizvraag

Water bevriest
A
Toestand verandert
B
Stof verandert

Slide 17 - Quizvraag

Je bakt een ei
A
Toestand verandert
B
Stof verandert

Slide 18 - Quizvraag

Er komt damp uit de waterkoker
A
Toestand verandert
B
Stof verandert

Slide 19 - Quizvraag

Vak dat gaat over de levende natuur, dus over mensen, planten en dieren.
A
Natuurkunde
B
Biologie
C
Scheikunde

Slide 20 - Quizvraag

aan de slag
maak van de digitale methode
paragraaf 1.1 een nieuw vak
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen check
  1. Je kunt beschrijven waar het vak nask over gaat.
  2. Je kunt uitleggen wat een natuurverschijnsel is.
  3. Je kunt beschrijven waar het vak biologie over gaat.
  4. Je kunt met voorbeelden het verschil tussen natuurkunde en scheikunde uitleggen.

Slide 22 - Tekstslide

Waarnemen / zintuigen
  • We leren niet enkel uit het boek, maar wij gaan ook onderzoek doen.
  • Hierbij moet je goed kijken wat er gebeurt.  Dit heet waarnemen.
  • Waarnemen doen we met onze zintuigen.

Slide 23 - Tekstslide

Waarnemen met onze zintuigen

Slide 24 - Tekstslide

Stofeigenschappen
Hoe / op welke manieren kan je een stof herkennen?
  • Geur
  • Kleur
  • Smaak
  • Brandbaarheid
  • Geleidbaarheid
  • Oplosbaarheid *
  • ...........

Slide 25 - Tekstslide

Geur
  • Wie kan vertellen hoe je moet ruiken aan een stof?

Slide 26 - Tekstslide

Zo ruik je veilig aan een stof

Slide 27 - Tekstslide

Smaak
  • Wie kan vertellen hoe we veilig aan een stof kunnen proeven in het laboratorium?

Slide 28 - Tekstslide

NOOIT proeven aan een stof!

Slide 29 - Tekstslide

Onderzoek doen
  • Je wil iets onderzoeken.  Daarover stel je een onderzoeksvraag.
  • Wat je ontdekt is de conclusie.  Dit is het antwoord op de onderzoeksvraag.
  • Als een conclusie niet in de verwachting ligt, kan je een 2de test doen.

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen check
  1. Je kunt benoemen wat je met je zintuigen kunt waarnemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe je voorzichtig aan onbekende stoffen moet ruiken.
  3. Je kunt uitleggen waarom je bij natuurkunde en scheikunde nooit mag proeven van een stof.
  4. Je kunt beschrijven wat de onderzoeksvraag en de conclusie van een onderzoek zijn.

Slide 31 - Tekstslide

aan de slag
maak van de digitale methode
paragraaf 1.2 onderzoeken
timer
15:00

Slide 32 - Tekstslide