Via Vervolg thema 1 sport Belangrijke woorden

Thema 1 Belangrijke woorden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 Belangrijke woorden

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Een serie wedstrijden waarin wordt gestreden om het kampioenschap heet..
A
De competitie
B
De conditie
C
De finale
D
De tactiek

Slide 4 - Quizvraag

Tactiek is.....
A
Het gevoel dat iets anders loopt dan je verwacht.
B
Je inspannen om iets voor elkaar te krijgen.
C
Een trucje.
D
De manier waarop je een doel wilt bereiken.

Slide 5 - Quizvraag

Iets lange tijd lichamelijk en/of geestelijk kunnen volhouden heet..
A
Mentaal
B
Fysiek
C
Het uithoudingsvermogen
D
Presteren

Slide 6 - Quizvraag

Het klassement is...
A
De stand van een wedstrijd.
B
De sportkleding die bij een bepaalde sportclub hoort.
C
Een lijst van spelers/teams waarin de beste bovenaan en de slechtste onderaan staat.
D
Een serie wedstrijden waarin wordt gestreden om het kampioenschap.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

aanmoedigen
A
De aandacht op een zaak richten.
B
In de richting van de tegenstander bewegen om die te verslaan.
C
Iemand moed inspreken en steunen.
D
Of je fit bent of niet.

Slide 9 - Quizvraag

de toeschouwers
A
Iets lange tijd lichamelijk of geestelijk kunnen volhouden.
B
Lichamelijk, wat met je lijf te maken heeft.
C
Het publiek
D
Je inspannen waardoor je iets voor elkaar krijgt.

Slide 10 - Quizvraag

Nodig
Pen
papiertje

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

concentreren
A
Een zere plek of een verwonding.
B
De aanhangers van een bepaalde sportclub.
C
Iets doen wat tegen de spelregels is.
D
De aandacht op een plaats richten en niet laten afleiden.

Slide 13 - Quizvraag

de blessure
A
Een zere plek of een verwonding.
B
Of je fit bent of niet.
C
De manier waarop je een doel wilt bereiken.
D
Inspanning waardoor je iets voor elkaar krijgt.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

aanvallen
A
Iemand moed inspreken en steunen.
B
In de richting van de tegenstander bewegen om die te verslaan.
C
De aandacht op een zaak richten en niet laten afleiden.
D
De manier waarop je een doel wilt bereiken.

Slide 16 - Quizvraag

de overtreding
A
Een zere plek of een verwonding
B
De aanhangers van een bepaalde sportclub.
C
Lichamelijk, wat met je lijf te maken heeft.
D
Iets doen wat tegen de spelregels is.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

de teleurstelling
A
Het gevoel dat je hebt als iets niet loopt zoals je had verwacht.
B
Iemand niet meer laten meespelen.
C
Lichamelijk, wat met je lijf te maken heeft.
D
Je inspannen waardoor je iets voor elkaar krijgt,

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

het clubtenue
A
Geestelijk, wat met denken en voelen te maken heeft.
B
De sportkleding die bij een bepaalde sportclub hoort.
C
Je inspannen waardoor je iets voor elkaar krijgt.
D
Een zere plek of een verwonding.

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

presteren
A
Iets lange tijd lichamelijk of geestelijk kunnen volhouden.
B
Lichamelijk, wat met je lijf te maken heeft.
C
Het publiek
D
Je inspannen waardoor je iets voor elkaar krijgt.

Slide 23 - Quizvraag

het uithoudingsvermogen
A
Iets lange tijd lichamelijk of geestelijk kunnen volhouden.
B
Lichamelijk, wat met je lijf te maken heeft.
C
Het publiek
D
Je inspannen waardoor je iets voor elkaar krijgt.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Thema 1
Belangrijke woorden
Boek
Thema 1 Sport
Belangrijke woorden
hoofdstuk  1
Opdracht 1 t/m5 in je boek

pc
Via Vervolg
Thema 1
Belangrijke woorden





Slide 28 - Tekstslide