20-5-21 WEB

voor de les:
kopie spreken blz 
53,45/46,47,69
taalcompleet werkblad 5.5 en 5.7
inschrijfformulier Yordanos
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

voor de les:
kopie spreken blz 
53,45/46,47,69
taalcompleet werkblad 5.5 en 5.7
inschrijfformulier Yordanos

Slide 1 - Tekstslide

Goedemiddag! Welkom terug!
Susanne is nog steeds ziek. Het gaat niet goed met haar oren en gehoor. Ook heeft ze corona gehad! 
We weten niet precies wanneer ze terug komt. 

Over 3 weken komt een andere docent ons helpen: Otilia. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen? 
13.00 -14.15: Grammatica A2 en B1 samen
                           A1: Hans en Gifty : verder met 7.5. 7.4 klaar                                                      computer? 
14.15-14.30: pauze
14.30-15.00: Ilse: B1                 A2: op de computer    A1: ook
15.00-15.30: Ilse: A2                 B1:op de computer      A1: beter lezen

Slide 4 - Tekstslide

A2 en B1: wat gaan we doen?
  • Opdrachten met de voltooide tijd en de verleden tijd. (A2: thema 5.5)
  • spreekopdrachten over: verleden tijd, voltooide tijd en inversiezinnen. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe maak je de voltooide tijd regelmatig? 
hebben/zijn + ge + ik vorm werkwoord + d/t

d/t? softketchup. Wel: t
                                        Niet: d

Ik heb in de tuin gewerkt.
Jij......hij....wij..........

Slide 6 - Tekstslide

hoe maak je de voltooide tijd onregelmatig? 
kijk achter in je boek. B1: op website taalsterk.nl.

Even oefenen samen met 2 werkwoorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je de verleden tijd regelmatig?
Ik-vorm + de(n) /te(n):
softketchup
enkelvoud de/te
meervoud den/ten

bijvoorbeeld: delen. Ik-vorm: deel. Laatste letter:l=de
Ik deelde, wij deelden

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je de verleden tijd onregelmatig? 
lijst achterin boek/website

Slide 9 - Tekstslide

opdracht
Je krijgt een papier van de docent. Maak tweetallen. Je krijgt een papier. Op het papier staan zinnen. Jullie spreken af: wie is cursist A? Wie is cursist B?
We doen eerst 1 zin samen, daarna werk je in 2-tallen.

Klaar? je krijgt nog een opdracht. Cursist A wisselt van stoel (andere 2-tallen).

Slide 10 - Tekstslide

Weet je nog:......
Een zin is meestal zo:

1                     2                         3           4                          5
wie/wat       werkwoord    tijd       rest                    2e werkwoord

Hossam      gaat                   morgen in de tuin     werken. 

Slide 11 - Tekstslide

Dezelfde zin kun je ook op deze manier zeggen: 
(Hossam gaat morgen in de tuin werken.)

1                2          3                     rest                     2e werkwoord
tijd            ww     wie/wat       4                           5
Morgen gaat     Hossam     in de tuin          werken. 

Je ziet dat het werkwoord ALTIJD op de 2e plaats staat.

Slide 12 - Tekstslide

De zin kan beginnen met tijd, plaats, of een ander woord.
Wie/wat staat in zulke zinnen ACHTER HET WERKWOORD. 
Dit noem je inversie. ( normaal: wie /wat + werkwoord
                                               inversie: werkwoord+wie/wat).

Bijvoorbeeld: 
Natuurlijk    wil       ik     jullie     helpen. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht:
Je krijgt een papier. Op het papier staan zinnen. Jullie spreken af: wie is cursist A? Wie is cursist B?

Cursist A leest de zinnen van A. Cursist B maakt dezelfde zin, maar begint met een ander woord. Samen controleren jullie of de zin goed is. 
Klaar: cursist B leest de zinnen van B. A maakt andere zin. 

Slide 14 - Tekstslide

Groep B1 met Ilse, A1+A2 laptop
Groep A2: je mag ook starten met lezen 5.1
  • samen: schrijfopdracht restaurant moonshine bespreken.
  • opdracht 8 bespreken: huiswerk of straks maken. 
  • boek B1: 3.8 ( 3.7 en 3.9 was huiswerk).
Huiswerk: 
thema 4.1  ( mag je zo in de klas ook doen=luisteropdracht)
niet: opdracht 10 + 4.2

Slide 15 - Tekstslide

A2: starten thema 5
Samen lezen 5.1, blauwe woorden bespreken. 
Opdracht 3 en 4
Huiswerk: thema 5.1 boek en computer. 

Slide 16 - Tekstslide

wat heb je vandaag geleerd? 

Slide 17 - Tekstslide