1vp - Ch 2 - woordjes leren / bron F

luistertoets bespreken
ALLEEN een marker op tafel, de rest blijft nog even in je tas
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

luistertoets bespreken
ALLEEN een marker op tafel, de rest blijft nog even in je tas

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs / huiswerk
  • Apprendre Ch. 2, bron A, B, C
  • Apprendre les nombres de 20 à 100
  • Faire: schrijf 3 verschillen op tussen Franse en Nederlandse eetgewoonten (gebruik page 76)
agenda

Slide 2 - Tekstslide

  • thuis max kwartier
  • WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
toetsweek: leestoets
Hoe ziet de toets eruit?
  • teksten met vragen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toetsweek: leestoets
Hoe ziet de toets eruit?
  • teksten met vragen

Wat moet je leren voor de toets?
  • Chapitre 1 : bron A,B,C,E,F,G; van F naar NL
  • Chapitre 1, bron D (lidwoorden) & bron H (le verbe AVOIR ) 
  • Chapitre 2: bron A,B,C; van F naar NL

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les: 
- weet je hoe je woordjes leert
- ken je de leesstrategie
Qu'est-ce qu'on va faire?
  • un petit rappel
  • werkblad: on adore les pizzas
  • hoe leer je woordjes?
  • leesstrategie & lire

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

un petit rappel
Poser des questions & répondre.


Attention: maak hele zinnen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             =  
jij bent           =  
hij/zij is         =  
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  =  
jij hebt                =  
hij/zij heeft       =  



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             =  
jij bent           =  
hij/zij is         =  
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             = je suis
jij bent           = tu es
hij/zij is         = il / elle est
 
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a
 



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             = je suis
jij bent           = tu es
hij/zij is         = il / elle est
we zijn (men is) = on est
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a
we hebben (men heeft) = on a



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?
Gebruik verschillende manieren én herhaal - herhaal - herhaal!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?
Gebruik verschillende manieren én herhaal - herhaal - herhaal!
  • luister & zeg na (via Somtoday, leermiddelen: slim stampen)
  • schrijf op
  • maak kaartjes
  • maak woordgroepen (wat hoort bij elkaar) 
  • maak een mindmap of tekening
  • maak koppelingen (FR: préférer - ENG: to prefer)
  • maak een zinnetje  (je déteste le poisson)
  • laat je overhoren

Slide 13 - Tekstslide

verschillende manieren:
  • luisteren = met je gehoor
  • schrijven = motoriek, verbinding tussen verschillende delen van hersenen
  • verbanden
  • zinnen maken = actief
Verbeterde Geheugenretentie: Onderzoek toont aan dat schrijven met de hand de geheugenretentie en -verwerking bevordert. Het proces van fysiek schrijven activeert verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij geheugen en leren. Het zelf opschrijven van notities helpt bij het onthouden en begrijpen van informatie beter dan typen.

Dieper Begrip: Schrijven met de hand dwingt schrijvers om informatie te verwerken en te herformuleren. Dit bevordert een dieper begrip en helpt bij het leggen van verbanden tussen concepten.

Creatieve Verwerking: Handschrift stimuleert creatief denken doordat het schrijvers aanmoedigt om hun gedachten visueel vast te leggen en te organiseren. Dit kan leiden tot innovatievere ideeën en oplossingen.
Verbeterde Geheugenretentie: Onderzoek toont aan dat schrijven met de hand de geheugenretentie en -verwerking bevordert. Het proces van fysiek schrijven activeert verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij geheugen en leren. Het zelf opschrijven van notities helpt bij het onthouden en begrijpen van informatie beter dan typen.

Dieper Begrip: Schrijven met de hand dwingt schrijvers om informatie te verwerken en te herformuleren. Dit bevordert een dieper begrip en helpt bij het leggen van verbanden tussen concepten.

Creatieve Verwerking: Handschrift stimuleert creatief denken doordat het schrijvers aanmoedigt om hun gedachten visueel vast te leggen en te organiseren. Dit kan leiden tot innovatievere ideeën en oplossingen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategie
  1. Onderwerp: titel & plaatjes

  2. Globaal lezen: inleiding & tussenkopjes         ---> voorspellen!

  3. Vragen lezen                                         ---> waar moet je op letten?

  4. Intensief lezen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

werkblad j'adore les pizzas

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les amoureux du shopping!
Pour les vêtements de sport, les gadgets, les sucreries...tu vas où? Voici les magasins français préférés des jeunes.


  • titel?
  • onderwerp?
  • soort tekst?
les vêtements = kleding

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les amoureux du shopping!
Les sportifs...
Les futurs mannequins...
Les fans de gadgets et de jeux vidéo...
Les gourmands...   (= lekkerbek)

  • VOORSPEL: inhoud alinea's?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les amoureux du shopping!
(page 81)

alinea 1, Les sportifs:
Onderstreep alle woorden die je kent of herkent,
ook de kleine woordjes.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les amoureux du shopping!
(page 81)

alinea 1, Les sportifs:
Onderstreep alle woorden die je kent of herkent,
ook de kleine woordjes.

Onbekende woorden? Overleg met tafelgroepje.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les amoureux du shopping!
(page 81)

alinea 2, Les futurs mannequins:
Onderstreep alle woorden die je kent of herkent,
ook de kleine woordjes.

Onbekende woorden? Overleg met tafelgroepje.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les nombres 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Wat valt op?

  • Het rad draait

  • Noteer het getal in cijfers.

  • 1, 2, 3...: montre ton nombre!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs / huiswerk
  • Apprendre Ch. 2, bron A, B
  • Apprendre les nombres de 20 à 100
agenda

Slide 27 - Tekstslide

  • thuis max kwartier
  • WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
Aan het eind van de les: 
ken je woorden over eten en drinken 
Qu'est-ce qu'on va faire?
  • un petit rappel: le verbe AVOIR
  • voca bron B
  • lire
  • les nombres 20 à 100

Slide 28 - Tekstslide

Réponds en néerlandais:
  • C'est quoi, le but?
  • Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

le verbe AVOIR
Poser des questions & répondre.


Attention: maak hele zinnen

Slide 29 - Tekstslide

Doeltaal - Leertaal:

Moi, j'ai un stylo. Et toi? ....
etc
Bron B, page 92

Maak een mindmap!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

On adore les pizzas! (page 67)
Beantwoord de vragen van het werkblad.

  1. eerst 10 minuten in stilte
  2. dan evt zachtjes overleg, 5 minuten
  3. daarna antwoorden klassikaal bespreken

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Wat valt op?

  • Het rad draait

  • Noteer het getal in cijfers.

  • 1, 2, 3...: montre ton nombre!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les:
  • Stoel aanschuiven.
  • Rustig lokaal uit.
  • Rommel? In prullenbak.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies