1hv - Ch 2 - woordjes leren

1 novembre
TOUSSAINT
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1 novembre
TOUSSAINT

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BIENVENUE!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

les devoirs / huiswerk
  • Apprendre Ch. 2, bron A, B, C
  • Apprendre les nombres de 20 à 100
  • Faire: maak een menukaart (voor/hoofd/toet/drankjes)
agenda

Slide 3 - Tekstslide

  • thuis max kwartier
  • WAAROM echt doen? nodig voor les morgen!
toetsweek: leestoets
Hoe ziet de toets eruit?
  • teksten met vragen


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

toetsweek: leestoets
Hoe ziet de toets eruit?
  • teksten met vragen

Wat moet je leren voor de toets?
  • Chapitre 1 : bron A,B,C,E,F,G; van F naar NL
  • Chapitre 1, bron D (lidwoorden) & bron H (le verbe AVOIR ) 
  • Chapitre 2: bron A,B,C; van F naar NL

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les: 
weet je hoe je woordjes leert
Qu'est-ce qu'on va faire?
  • un petit rappel
  • werkblad bespreken
  • hoe leer je woordjes?
  • les nombres 20 à 100

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

un petit rappel: AVOIR
Poser des questions & répondre.


Attention: maak hele zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             =  
jij bent           =  
hij/zij is         =  
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  =  
jij hebt                =  
hij/zij heeft       =  



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             =  
jij bent           =  
hij/zij is         =  
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             = je suis
jij bent           = tu es
hij/zij is         = il / elle est
 
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a
 



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZIJN = ÉTRE

ik ben             = je suis
jij bent           = tu es
hij/zij is         = il / elle est
we zijn (men is) = on est
HEBBEN = AVOIR

ik heb                  = j'ai
jij hebt                = tu as
hij/zij heeft       = il / elle a
we hebben (men heeft) = on a



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Un diner en l'air à Bruxelles (page 67)
werkblad bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?
Gebruik verschillende manieren én herhaal - herhaal - herhaal!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?
Gebruik verschillende manieren én herhaal - herhaal - herhaal!
  • luister & zeg na (via Somtoday, leermiddelen: slim stampen)
  • schrijf op
  • maak kaartjes
  • maak woordgroepen (wat hoort bij elkaar) 
  • maak een mindmap of tekening
  • maak koppelingen (FR: préférer - ENG: to prefer)
  • maak een zinnetje  (je déteste le poisson)
  • laat je overhoren

Slide 15 - Tekstslide

verschillende manieren:
  • luisteren = met je gehoor
  • schrijven = motoriek, verbinding tussen verschillende delen van hersenen
  • verbanden
  • zinnen maken = actief
Verbeterde Geheugenretentie: Onderzoek toont aan dat schrijven met de hand de geheugenretentie en -verwerking bevordert. Het proces van fysiek schrijven activeert verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij geheugen en leren. Het zelf opschrijven van notities helpt bij het onthouden en begrijpen van informatie beter dan typen.

Dieper Begrip: Schrijven met de hand dwingt schrijvers om informatie te verwerken en te herformuleren. Dit bevordert een dieper begrip en helpt bij het leggen van verbanden tussen concepten.

Creatieve Verwerking: Handschrift stimuleert creatief denken doordat het schrijvers aanmoedigt om hun gedachten visueel vast te leggen en te organiseren. Dit kan leiden tot innovatievere ideeën en oplossingen.
Verbeterde Geheugenretentie: Onderzoek toont aan dat schrijven met de hand de geheugenretentie en -verwerking bevordert. Het proces van fysiek schrijven activeert verschillende hersengebieden die betrokken zijn bij geheugen en leren. Het zelf opschrijven van notities helpt bij het onthouden en begrijpen van informatie beter dan typen.

Dieper Begrip: Schrijven met de hand dwingt schrijvers om informatie te verwerken en te herformuleren. Dit bevordert een dieper begrip en helpt bij het leggen van verbanden tussen concepten.

Creatieve Verwerking: Handschrift stimuleert creatief denken doordat het schrijvers aanmoedigt om hun gedachten visueel vast te leggen en te organiseren. Dit kan leiden tot innovatievere ideeën en oplossingen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Wat valt op?

  • Het rad draait

  • Noteer het getal in cijfers.

  • 1, 2, 3...: montre ton nombre!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe leer je woordjes?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: 

  • Lesdoel bereikt?

  • Hoe verliep de les, wat schrijf ik in het klassenboek?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les:
  • Stoel aanschuiven.
  • Rustig lokaal uit.
  • Rommel? In prullenbak.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies