Les 4 Reclame maken
1 / 27
Lesduur is: 90 minInstructies
Cultuurcoachtraject Groep 5 - Filmles 6 - Reclame I
LESDUUR
90 min.
INTRODUCTIE
In de komende drie lessen* onderzoeken leerlingen hoe reclames worden gemaakt. Welke trucs passen filmmakers toe om een succesvolle reclame te maken? Waarom is slow-motion zo belangrijk voor reclame? En welke filmshots kun je allemaal gebruiken om je boodschap over te laten komen. De opgedane kennis passen de leerlingen toe in hun eigen reclamevideo.
In deze eerste les over reclamemaken kijken de leerlingen de kunst af bij reclamemakers. Ze ontleden verschillende ‘reclame trucs’ en kijken naar manieren om een reclame extra aantrekkelijk te maken. In een maakopdracht bedenken ze hun eigen reclame product, slogan én beginnen ze aan het plan voor hun eigen reclame.
*Let op: er zijn 3 lessen, er is genoeg inhoud om het in 4 lessen te doen. Dit is volledig afhankelijk van hoeveel tijd je per les op jouw school hebt. Dus pas aan naar eigen inzicht!
LESDOELEN
- De leerling herkent reclame als een ultra korte film met als doel het verkopen van een product.
- De leerling benoemt verschillende ‘trucs’ die filmmakers gebruiken om reclames aantrekkelijker te maken.
- De leerling benoemt slow motion en muziek als middelen om een reclame extra effect te geven.
- De leerling verzint een filmplan voor een reclamefilm voor een eigen product.
OPZET
- Introductie | 2 min.
- Uitleg reclame | 10 min.
- Reclame trucs | 15 min.
- Opdracht: Eigen product verzinnen | 15 min.
- Slow Motion & Muziek | 5 min.
- Slogans | 5 min
- Opdracht: Plan eigen reclame maken | 15 min.
- Opdracht: Props maken | 25 min.
- Afsluiting en vooruitblik | 5 min.
INSTRUCTIES
Materiaal
- Digibord met internet en LessonUp
- A3 papier + schrijfgerei
- Werkblad Reclameplan (1 per groepje)
- Knutselspullen (gekleurd papier, karton, tape, wc rolletjes etc. - wat op school te vinden is)
Overige voorbereiding
Deel de klas op in groepjes van 4. Dit zijn de groepjes waarmee ze de komende drie lessen samenwerken aan hun eigen reclame.
Het is handig om te werken met een thema. Werkt de school deze periode met een thema bijvoorbeeld, dan kun je dat goed gebruiken voor deze les. Zo niet, geef een thema mee, dat kan zijn……
Extra ruimtes nodig
Nee, deze les is klassikaal en 100% in de klas
2e docent nodig
Niet noodzakelijk
AANPASSEN OP THEMA
In de reclamelessen bedenken de leerlingen een eigen product waar ze een reclame voor maken. In de les worden suggesties gegeven voor wat voor een soort product dat kan zijn (iets dat je leven beter maakt bijv.) maar dit kan uiteraard ook aan een schoolthema worden aangepast.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
INTRODUCTIE | 2 MIN
Vandaag en in de komende lessen gaan we het over reclame hebben.
In deze les gaan we reclames bestuderen om te ontdekken welke filmtrucs reclamemakers gebruiken en een eerste idee bedenken voor je eigen reclame.
In de volgende les gaan jullie het idee verder uitwerken en zelf filmen. In de laatste les maken we de reclames af door ze te monteren en een voice over in te spreken.
In deze les gaan we dus eerst veel kijken, zodat we het straks goed zelf kunnen nadoen.
Slide 2 - Tekstslide
UITLEG RECLAME | 10 MIN
V: Wie kan vertellen wat reclame is?
A: Eigen antwoord.
V: Waar kun je reclame allemaal tegenkomen?
A: Reclames vind je op TV, YouTube, Podcasts, Radio, posters en billboards op straat, maar ook een grote merknaam op je trui bijv.
Reclame kan dus allerlei vormen hebben. In deze lessen gaan we het hebben over gefilmde reclames. Die reclames zijn namelijk een soort mini films en ze worden vaak ook door filmmakers gemaakt. Maar ze zijn anders dan een film, want ze hebben allemaal één belangrijk doel.
V: Wie weet wat het doel van reclame is?
A: Reclame is altijd bedoeld om mensen over te halen iets te kopen of te doen (zoals ergens lid van worden).
Slide 3 - Tekstslide
V: Hoe herken je dat iets een reclame is?
A: Eigen antwoord.
V: Is het altijd heel duidelijk dat iets een reclame is? Wanneer niet?
A: Eigen antwoord.
Slide 4 - Video
Bekijk met de klas het fragment en bespreek met ze wat hen opvalt.
Sommige merken sturen gratis producten naar bijvoorbeeld YouTubers en TikTokkers en dan vragen ze of zij die producten laten zien in hun video’s. Dat kan bijvoorbeeld kleding, speelgoed, make-up of eten zijn. De volgers die dat zien gaan dan misschien ook wel dat product kopen. Dat noem je sluikreclame.
Sluikreclame is niet altijd heel duidelijk te herkennen omdat je het op een andere manier tegenkomt dan ‘normale’ reclames.
YouTubers en TikTokkers moeten het daarom ook altijd duidelijk erbij zeggen als ze reclame maken in hun eigen video’s.
Slide 5 - Tekstslide
RECLAME TRUCS | 15 MIN
V: Wie kan een reclame noemen die echt is blijven hangen? Bijvoorbeeld omdat je hem heel grappig vond, of juist heel irritant.
A: Eigen antwoord.
Als je een reclame maakt, wil je dat een reclame zo goed de aandacht trekt dat ‘ie in je hoofd blijft hangen. En een reclame werkt extra goed als de kijker na afloop ook nog denkt: wat een leuk en goed product is dat.
Om daarvoor te zorgen hebben reclamemakers allerlei filmtrucs.
V: Kunnen jullie trucs noemen die filmmakers gebruiken voor reclames?
A: Eigen antwoord
Inventariseer waar de leerlingen mee komen (schrijf ze op het bord) en ga verder met de voorbeelden op de volgende slides.
Laat steeds eerst de video zien en vraag daarna of de leerlingen kunnen benoemen welke truc de makers hebben gebruikt om de reclame extra goed te laten werken. Vul de lijst met reclame-trucs op het bord steeds aan.
Slide 6 - Video
Beroemdheid
Reclamemakers zetten graag bekende mensen in om hun product aan te prijzen. Want als mensen zien dat iemand die ze cool vinden van dit product houdt, dan willen ze het vaak zelf ook hebben.
Video
https://www.youtube.com/watch?v=arh20rMFmks (Freek Vonk - Reaal - 0:25)
Slide 7 - Video
Op gevoelens inspelen
Als de kijker na een reclame ‘Aaaaah’ zegt omdat het verhaal zo hartverwarmend was, dan hebben de reclamemakers hun werk goed gedaan. Een lekker pluizig lief dier helpt ook altijd!
Video
https://www.youtube.com/watch?v=KqVRqx_jwVM
(Hema - Takkie is de weg kwijt - 1:00)
Slide 8 - Tekstslide
Loop nog eens het lijstje langs dat je net op het bord hebt geschreven om te herhalen welke trucs filmmakers allemaal gebruiken in reclames.
Slide 9 - Tekstslide
SLOGANS | 5 MIN
Er is nog één ding dat echt bij een reclame hoort en dat is een slogan.
V: Wie kan vertellen wat een slogan is?
A: Een slogan is een ander woord voor een zin die hoort bij een product of een merk. Een slogan komt in elke reclame van dat product terug. Een slogan is meestal kort en hij blijft goed hangen.
De slogan wordt vaak aan het eind van de reclame gezegd, en soms zelfs gezongen.
Een paar voorbeelden:
- Just do it. (Nike)
- Have a break… Have a Kitkat
- Padapapapaaaa / I’m lovin’ it (McDonalds)
- Autodrop. Zo lekker, het zou verboden moeten worden
Misschien kent de klas zelf nog andere slogans?
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
PROPS MAKEN | 25 MIN
Voor in je reclame heb je vast ook wat spullen nodig voor tijdens het filmen.
V: Stel dat je een reclame voor spaghetti gaat maken, wat heb je dan allemaal nodig?
A: Eigen antwoord. (Bijv. Spaghetti, bord, bestek, servet, pan, verpakking etc. Denk ook aan accessoires voor de acteurs.)
Die dingen heten in de film: props.
Het laatste half uur van deze les kunnen jullie gebruiken om props te maken voor jullie eigen reclame. Dat is in ieder geval het product dat je hebt bedacht, en misschien heb je ook andere dingen nog nodig voor je reclame.
Denk ook vast over hoe je jullie slogan straks in beeld gaat brengen, misschien moet daar ook wel iets voor geknutseld worden.
Laat de groepjes knutselspullen kiezen voor hun props.
Laat de klas aan het einde van de opdracht hun eigen knutselspullen opruimen voordat jullie naar de afsluiting gaan.
Slide 12 - Tekstslide
INTRODUCTIE | 5 MIN
Vandaag gaan we verder met jullie reclamefilms.
V: Kan iemand nog wat filmtrucs uit de reclame noemen?
A: Humor / Beroemdheden / Op gevoelens inspelen / Zintuigen prikkelen / Iets beloven / Overdrijven / Iets weggeven
V: Weet iemand nog waarom slow-motion vaak wordt gebruikt in reclames?
A: Het product komt extra mooi in beeld én je hebt meer tijd om zin te krijgen om het product te kopen/eten/willen.
Voordat jullie gaan filmen gaan we het eerst hebben over shots & kaders:
Slide 13 - Tekstslide
SHOTS & KADERS | 15 MIN
Elke keer als je tijdens het filmen de camera aan en uit zet heb je één shot gefilmd. Elk shot bestaat uit verschillende kaders. Kaders is een andere naam voor de manier waarop iets is gefilmd: wat is wel en niet in beeld. Een filmmaker gebruikt verschillende kaders om iets te filmen.
Illustreer met een iPad of je handen wat kaders kunnen zijn. Film/kader het klaslokaal bijvoorbeeld vanuit een totaalshot, close-up en/of kikkerperspectief. (In de volgende slides worden alle shots benoemd.)
Merk op dat de regisseur in beeld met haar handen een kader maakt om te zien hoe iets er op camera uit zou zien.
Benadruk dat kaders heel belangrijk zijn voor de manier waarop je als kijker de film beleeft. Met een kikkerperspectief of totaalshot geef je een heel andere indruk van het klaslokaal!
Bespreek daarna de shots & kaders op de volgende slides. Maak een lijst op het bord van de verschillende kaders en laat ze daar staan voor de rest van de les.
Slide 14 - Tekstslide
Totaal shot
Met dit shot breng je alle acteurs van top tot teen in beeld én een stuk van hun omgeving.
Dit shot gebruik je bijvoorbeeld voor scènes met veel actie en beweging. Maar het is ook een handig shot voor aan het begin van een video, zodat de kijker weet waar we zijn. (De omgeving is dan soms zelfs belangrijker dan de acteurs.)
Slide 15 - Tekstslide
Medium shot
Hier zijn de acteurs vanaf ongeveer hun navel in beeld. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt als wat er gebeurt heel belangrijk is, zoals een gesprek tussen twee mensen.
Slide 16 - Tekstslide
Close-Up
Hier is de camera heel erg ingezoomd. Alleen het gezicht van de acteur is in beeld, zodat je goed kunt zien hoe dit persoon zich voelt.
(Illustreer eventueel met de Ipad wat inzoomen is)
Slide 17 - Tekstslide
Extreme close-up
Nog dichterbij dan een close-up! Bijvoorbeeld als de filmmaker alleen de ogen van een acteur wil laten zien, of een reflectie in een zonnebril. Ook handig als je piepkleine dingen aan het filmen bent.
Slide 18 - Tekstslide
Over de schouder
Dit shot gebruik je om te laten zien waar iemand naar kijkt, bijvoorbeeld in gesprek met iemand anders.
Slide 19 - Tekstslide
Kikkerperspectief*
Zo laat je iets of iemand veel groter (en soms ook extra gevaarlijk) lijken. Je doet hier eigenlijk alsof de camera ziet wat een kleine kikker ziet.
*Check of de klas weet wat perspectief is?...De manier waarop je iets ziet.
Slide 20 - Tekstslide
Vogelperspectief
Net als een vogel kijkt de camera van boven naar wat er gefilmd wordt. Zo laat je alles veel kleiner lijken. Een drone kan goed van boven filmen, maar je kunt ook gewoon op een stoel gaan staan.
Slide 21 - Tekstslide
V: Een filmmaker gebruikt altijd verschillende kaders in één film. Waarom zou dat zijn?
A: Er zijn verschillende redenen om meerdere kaders te gebruiken.
- Verschillende kaders kunnen de kijker helpen om zich in te leven in het verhaal.
- Verschillende kaders helpen ook om het spannend of verrassend te houden. Als alles op dezelfde manier is gefilmd wordt het wel erg saai.
Kijk maar eens naar deze reclame, waar ze een heel nieuw perspectief hebben uitgevonden:
Slide 22 - Video
Video
https://www.youtube.com/watch?v=ML-F_lYmMVM (Walkers - Chips-perspectief - 0:30)
V: Hoe zouden jullie dit kader noemen?
A: Eigen antwoord.
Door goed te kiezen welke kaders je gebruikt kun je de kijker ook het idee geven dat er iets gebeurt terwijl dat misschien helemaal niet echt zo is.
Pak de iPad met Apple TV verbinding er weer bij en vraag een leerling op de grond gaan liggen. Film alleen de benen en laat de rest van de leerling buiten beeld. Vraag een andere leerling (buiten beeld!) de liggende leerling weg te slepen terwijl de rest van de klas naar het scherm kijkt.
Bespreek met de klas welke indruk je kreeg van deze handeling doordat je een medium shot gebruikte. Hoe zou dat anders zijn als het bijvoorbeeld een totaalshot geweest was?
Slide 23 - Video
Kaders tellen
Kijk nu eens naar deze reclame. Welke kaders zie je allemaal? Let goed op, het gaat snel!
Laat de reclame op de volgende slide zien, eventueel twee keer, want de kaders volgen elkaar in rap tempo op.
Video
https://www.youtube.com/watch?v=AJ-WHE-IdpA
(Samsung - Cat that says wow - 0:30)
Bespreek met de klas welke kaders ze allemaal hebben gezien. (Op de slide na de video komen stills uit reclame terug om verder te bespreken.)
Deze reclame duurde maar 0:30 en bijna alle shots zijn er meerdere keren in teruggekomen.
Slide 24 - Tekstslide
Bekijk met de klas een aantal stills uit de reclame van net. Vraag bij elke still welk kader erbij hoort en of de klas weet waarom.
1. Totaal shot
De omgeving is belangrijker dan de acteur.
Merk op dat dit shot aan het begin van de video zit, zodat de kijker weet waar ‘ie is.
2. Medium shot
Je ziet de acteurs vanaf hun middel tot boven. Het ‘gesprek’ tussen de jongen en de poes is belangrijk, daarom is gekozen voor een medium shot.
3. Totaal shot
Je ziet de jongen en de poes van top tot teen. In een totaalshot kun je goed beweging laten zien, zwemmen in dit geval.
4. Close-Up (én Over de schouder)
In deze close-up kun je goed zien dat de poes heel chagrijnig is. Tegelijk is het ook een over de schouder shot, je ziet namelijk nog een beetje wang van de jongen. Net alsof de camera op zijn schouder zit.
5. Kikkerperspectief
De camera kijkt van onderaf naar de tv. Je ziet eigenlijk wat de poes ziet als ‘ie tv kijkt. Door het kikkerperspectief lijkt de tv echt groot en mooi. Waarom zou dat zijn?
6. Vogelperspectief
Dit shot is gefilmd vanaf het balkon, je ziet alles van boven, alsof je op het balkon landt.
7. Extreme Close-up
We zijn nu zo dichtbij dat je de reflectie in de ogen van de kat kunt zien. ‘Toevallig’ is dat het merk van de tv die ze je met deze reclame proberen te verkopen.
8. Over de schouder
Dit is een bijzonder over de schouder shot. Het is namelijk gefilmd over de schouder van de papegaai. Alsof de kat en papegaai in gesprek zijn.
Slide 25 - Tekstslide
STORYBOARD | 5 + 15 MIN
Voordat jullie gaan filmen nog één laatste stap. Jullie gaan met je groepje bij je plan een storyboard maken.
V: Heeft iemand ooit al van een storyboard gehoord?
A: Eigen antwoord.
Om aan een storyboard te werken moet je eerst weten wat scènes zijn.
Een scène is een kort stukje van een film. Een film bestaat altijd uit meerdere scènes en in elke scène gebeurt iets nieuws. In de reclame met de poes waren dat bijvoorbeeld:
Scène 1: Jongen + poes zitten op het balkon
Scène 2: Jongen neemt de poes mee naar de dierenwinkel
Scène 3: Jongen neemt de poes mee zwemmen
Scène 4: Jongen neemt de poes mee naar een feest op straat
Scène 5: Jongen en poes staan tussen de mensen en hij ziet dat de poes echt níks leuk vindt.
Scène 6: Jongen en de poes zijn weer thuis
Scène 7: De poes ziet de tv en vindt hem geweldig, het eerste wat ‘ie leuk vindt vandaag!
Dat zijn dus al zeven scènes in 30 seconden!
Op het storyboard teken je wat er in elke scène van je reclame film te zien is. Het is een soort stripverhaal van de film die je gaat maken. Elk plaatje is één scène. En elke scène is één shot. Zodat je straks weet wat je moet filmen.
Bij elke scène vullen jullie op het werkblad in welk kader je gaat gebruiken.
Laat op het digiboard zien hoe je het werkblad invult en dat je in de vakjes van het storyboard alleen simpele tekeningetjes hoeft te maken. Het is voor hen zelf bedoeld, zodat ze straks weten wat je gaat filmen.
Slide 26 - Tekstslide
Bespreek een aantal vereisten voor de reclames:
Eisen reclame
- In ieder geval 5 shots. (Let op: één shot is een korte actie!)
- Minimaal 3 verschillende kaders, liefst meer!
- Minimaal 2 filmtrucs.
- Je reclame mag maximaal 2 minuten duren.
- Je reclame eindigt met jullie slogan.
- Slogan verrassend in beeld: gezongen, beeld hem uit, knutsel er iets voor, bijzonder shot: gebruik je fantasie! Ook hier mag het weer lekker overdreven.
Deel aan elk groepje het Storyboard werkblad uit om in te vullen. Geef iedereen 15 minuten om het werkblad in te vullen.
Pak ook voor alle groepjes weer het werkblad van vorige week erbij met het plan voor de reclame. Als daar nog iets aan moet worden aangevuld of aangepast is dit het moment.
Slide 27 - Tekstslide
Deze les is gemaakt ihkv de 3 jarige regeling Cultuurcoaches van het AFK
Eye filmmuseum, Filmhub Noord-Holland, Cinekid, NurLimonade media en Taartrovers
