Herhaling alle stof toets HV1R + oefentoets

Welkom!
Telefoons in telefoontas?

Spullen op tafel?
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Telefoons in telefoontas?

Spullen op tafel?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling alle stof voor toets

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Meervoud op -en
  • feest - feesten, verjaardag - verjaardagen
  • laatste letterverdubbelen: blik - blikken, grap - grappen
  • een klinker weglaten: baan - banen, steen - stenen
  • een f veranderen in een v: dief -dieven, schijf - schijven
  • een s veranderen in een z: muis - muizen, doos - dozen

Slide 5 - Tekstslide

Meervoud van woorden op -ee en -ie
  • woorden op -ee krijgen ën in het meervoud                                zeeën, ideeën, trofeeën
  • woorden op -ie krijgen ën als de klemtoon op de ie-klank ligt theorieën, knieën, fantasieën
  • woorden op -ie krijgen alleen een n als de klemtoon niet op de -ie klank ligt (de bestaande e krijgt een trema)                          poriën, oliën

Slide 6 - Tekstslide

Meervoud op s/'s
  • je schrijft een s achter het enkelvoud als er niets verandert aan de uitspraak: bezem - bezems, appel - appels
  • je schrijft 's achter het enkelvoud als het woord eindigt op een a, i, o, u of y: auto's, oma's, baby's
  • let op: bij een woord dat eindigt op een e schrijf je de s eraan vast: horloges, cafés, decoraties
  • let op: bij woorden die eindigen op een klank met meerdere klinkers schrijf je de s eraan vast: bureaus, etuis, gameboys (behalve als ze niet samen een klank vormen!!)

Slide 7 - Tekstslide

Verleden tijd sterke werkwoorden
  • Bij sterke werkwoorden verandert de klank in de vt.
       vb. bied - bood, denk - dacht, zwemmen - zwommen 
  • Je schrijft de pv van sterke werkwoorden in de vt zo kort mogelijk,, dus ook geen dd of tt.
  • Een pv vt eindigt nooit op dt!!
  • Gebruik de verlengproef voor -t of -d
      bijten - ik beet (want beten), vinden - hij vond (want vonden)

Slide 8 - Tekstslide



sterke ww -en
zwakke ww -d/-t
gebruik 't ex-fokschaap
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
Geeft aan dat iemand iets doet, terwijl hij nog iets anders doet.
Infinitief + d
Geeft aan wat iemand gedaan heeft = afgerond/voltooid. Altijd met vorm van hebben, zijn of worden.
Wij hebben ons verveeld tijdens de les. 
Pratend liepen zij de klas binnen.

Slide 9 - Tekstslide

oefentoets
in het 2e uur bespreken we de oefentoets.

Slide 10 - Tekstslide

Fictie fragment

Slide 11 - Tekstslide