2. Voedingsmiddelen en Voedingsstoffen

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.
2. Je kunt zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken noemen. 

Slide 2 - Tekstslide

* Voedingsmiddelen zijn de producten die je eet of drinkt. *Voedingsmiddelen kunnen plantaardig of dierlijk zijn. *Sommige voedingsmiddelen bestaan uit zowel plant als dier.
* Voedingsmiddelen bevatten allerlei voedingsstoffen. *Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van voedingsmiddelen.

Slide 3 - Tekstslide

Groepen voedingsstoffen
* Zes groepen voedingsstoffen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen (zouten) en vitaminen

Slide 4 - Tekstslide

* Er zijn 4 functies die voedingsstoffen vervullen:
- Bouwstof
- Brandstof
- Reservestof
- Beschermende stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Groepen voedingsstoffen en hun functie

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Eiwitten, koolhydraten
* Eiwitten: Cellen bestaan voor een groot deel uit eiwitten 

* Koolhydraten: Glucose, suiker en zetmeel zijn koolhydraten. Zitten vooral in plantaardige voedingsmiddelen. Ze leveren energie


Slide 8 - Tekstslide

Vetten: Te veel vet wordt opgeslagen als reservestof (anders als bouw of brandstof gebruikt). Opslaan gebeurt vooral net onder de huid.

Slide 9 - Tekstslide

Onverzadigde vetten
*Onverzadigde vetten: meestal plantaardig, zijn gezond. Wordt gebruikt als bouwstof. bijvoorbeeld bij het maken van de celmembranen.

Slide 10 - Tekstslide

Verzadigde vetten
* Verzadigde vetten: meestal dierlijke vetten, zijn minder gezond. Kunnen niet goed als bouwstof worden gebruikt en dienen daardoor vooral als brandstof. Je onderhuidse vetlaag wordt dikker als je veel verzadigde vetten eet. Je hebt meer kans op hart en vaatziekten

Slide 11 - Tekstslide

Vervoer
*Onverzadigde vetten: meestal plantaardig, zijn gezond. Wordt gebruikt als bouwstof. bijvoorbeeld bij het maken van de celmembranen.

Slide 12 - Tekstslide

Mineralen
*Mineralen (zouten): Calcium (kalk), Fluoride, ijzer, natrium (keukenzout) en kalium. 
-Calcium nodig voor de opbouw van botten. 
-Fluoride bij de opbouw van je gebit. 
-IJzer voor het vormen van rode bloedcellen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Vitaminen
-In fruit en verse groenten zit veel vitamine C
-in vis veel vitamine D 
-in vlees veel vitamine A

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video