Proeftoets 3 Havo blok 2

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     www. wikiwijs
3. Filmpjes om naar te kijken
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     www. wikiwijs
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 1 - Tekstslide

Noteer of de zin nevenschikkend of onderschikkend
is.

Nadat iedereen het woord had gekregen, sloot de voorzitter de vergadering,

A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 2 - Quizvraag

Noteer of de zin nevenschikkend of onderschikkend
is.

Zullen we gaan hardlopen of wil je liever fietsen?
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 3 - Quizvraag

Ik heb ruzie met mijn vriendin, want ik ben haar verjaardag vergeten.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend

Slide 4 - Quizvraag



Lees de zin hieronder. Maak van deze zin twee samengestelde zinnen:
a één met een nevenschikkend voegwoord
b één met een onderschikkend voegwoord

Ik zal je mailen.

Slide 5 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bijzin.

De schoenen die ik gisteren gekocht heb, zijn te krap.
A
De schoenen
B
die ik gisteren gekocht heb
C
De schoenen die ik gisteren gekocht heb
D
De schoenen zijn te krap

Slide 6 - Quizvraag

Noteer de bijvoeglijke bijzin

Het bericht over het schoolfeest dat niet doorgaat kwam als een verrassing.



A
het schoolfeest dat niet doorgaat
B
Het bericht kwam als een verrassing.
C
dat niet doorgaat
D
over het schoolfeest

Slide 7 - Quizvraag



Noteer de bijvoeglijke bijzin.

De nieuwe supermarkt die in de stad geopend is, heeft veel verse producten

A
De nieuwe supermarkt heeft veel verse producten
B
nieuwe, verse
C
De supermarkt in de stad
D
die in de stad geopend is

Slide 8 - Quizvraag

Noteer het betrekkelijke voornaamwoorden

Noteer ook het antecedent. Als het ingesloten is, noteer je dat.

1 De zanger die nu op gaat treden, kennen jullie allemaal.
2. Wie een koekje wil, moet in de rij gaan staan.

Slide 9 - Open vraag

Hij heeft haar altijd gouden bergen … (beloven), maar nu … (geloven) ze hem niet meer.
A
belooft, gelooft
B
belooft, geloofd
C
beloofd, gelooft
D
beloofd, geloofd

Slide 10 - Quizvraag

… (Worden) je broer later fysiotherapeut of wil hij liever gymleraar worden?
A
word
B
wordt

Slide 11 - Quizvraag

Iedereen die wel eens … (verbranden) is, weet hoeveel pijn je dan … (lijden).
A
verbrandt, lijd
B
verbrand, lijdt
C
verbrand, lijd
D
verbrandt, leed

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb vanmiddag … (surfen) en daarna met mijn vrienden … (chatten).
A
gesurfd, gechat
B
gesurfdt, gechatt
C
gesurft, gechat
D
surften, chatten

Slide 13 - Quizvraag


Meervoud van een zelfstandig naamwoord
Welke is juist?
A
kopie - kopieën
B
kopie - kopiën

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verkleinwoord van taxi?

Slide 16 - Open vraag

Welk tekstverband zie je?
Als het morgen mooi weer is, gaan we naar de stad.
A
voorwaarde
B
reden
C
conclusie
D
opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Welk tekstverband zie je?
De docent is vandaag ziek, dus de les gaat vandaag niet door.
A
opsomming
B
conclusie
C
voorwaarde
D
samenvatting

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Tekst 2
Insecten eten is gezond

http://www.nu.nl/lifestyle/3422156/insecten-eten-gezond.html

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Link

Geef de hoofdgedachte van deze tekst.
A
In Europa eten ze geen insecten
B
Je kan beter insecten eten dan vlees
C
Insecten eten is gezond en beter voor het milieu.
D
Insecten eten is gezond

Slide 22 - Quizvraag

Tekst 3
Quest
Emo-eten werkt

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Geef de hoofdgedachte van deze tekst

Slide 25 - Open vraag

verkleinwoord van:
kano
A
kano'tje
B
kanootje

Slide 26 - Quizvraag

Welke namen hebben (als ze een bezitsaanduiding zijn), géén apostrof nodig?
A
Gaby
B
Naomi
C
Dennis
D
Marieke

Slide 27 - Quizvraag

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     www. wikiwijs
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 28 - Tekstslide