H4.3 Naar een ander soort samenleving

H4 'Mens en machine'


cursus 4.3 'naar een ander soort samenleving'



Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Periode: Moderne Tijd

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 'Mens en machine'


cursus 4.3 'naar een ander soort samenleving'



Tijdvak 8: Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)

Periode: Moderne Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Planning

1e lesuur:
  • Lesdoelen vorige les
  • Lesdoelen deze les
  • Behandelen cursus 4.3
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren
2e lesuur:
  • Bloed, zweet & luxeproblemen


Slide 2 - Tekstslide

Herhaling lesdoelen 4.2

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent huisnijverheid?
A
Het thuis maken van goederen door boeren of ambachtslieden
B
Het thuis maken van goederen door machines
C
Het maken van goederen door machines in fabrieken
D
Het maken van goederen door mensen in fabrieken

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent industriële revolutie?
A
Grote verandering waarbij veel mensen in fabrieken gingen werken
B
Grote verandering waarbij veel mensen op het platteland gingen werken

Slide 5 - Quizvraag

Noem 3 gevolgen van de uitvinding van de stoommachine.

Slide 6 - Open vraag

Waar haalden mensen voor de stoommachine energie vandaan? Geef 3 voorbeelden.

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen 4.3
  •  Je kunt het begrip industriele samenleving uitleggen.


  • Je kunt het begrip urbanisatie of verstedelijking uitleggen.


  • Je kunt aan de hand van 2 voorbeelden uitleggen hoe het leven van de fabrieksarbeiders was.

 

  • Je kunt uitleggen waarom er veel kinderarbeid voor kwam in de fabrieken.

Slide 8 - Tekstslide

Naar een andere soort samenleving
Landbouwstedelijke samenleving (3000 v.c-1800)

De meeste mensen
wonen en werken
op het platteland,
een deel woont in
steden.

Slide 9 - Tekstslide

Naar een ander soort samenleving
Industriele samenleving (1800-1900)

Meer dan de helft
van alle mensen
wonen in steden.
Industrie in belang-
rijk

Slide 10 - Tekstslide

Bekijk de afbeeldingen.
noem 3 veranderingen
die je ziet.

Slide 11 - Open vraag

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Noem 2 voorbeelden van de slechte omstandigheden waar de arbeiders mee te maken hadden.

Slide 14 - Open vraag

Urbanisatie of verstedelijking
= groei van steden. In de 19e eeuw groeien steden hard, omdat er steeds meer mensen naar de steden verhuizen voor werk.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Waarom worden er vooral kinderen aan het werk gezet in fabrieken?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Video

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 4.3 blz. 20 t/m 25 opdr. 3, 4, 5, 9, 10, 11, 12
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Verdieping blz. 34, 35
  • Topografie blz. 36, 37

Slide 20 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen 4.3
  • Je kunt het begrip industriele samenleving uitleggen.


  • Je kunt het begrip urbanisatie of verstedelijking uitleggen.


  • Je kunt aan de hand van 2 voorbeelden uitleggen hoe het leven van de fabrieksarbeiders was.


  • Je kunt uitleggen waarom er veel kinderarbeid voor kwam in de fabrieken.

Slide 21 - Tekstslide