Van procenten naar aantallen
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik voel mij op dit moment....
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Verhoudingstabel
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
In een klas zitten 25 leerlingen.
32% heeft een broertje.
Wat komt boven de '100' te staan?
32% heeft een broertje.
Wat komt boven de '100' te staan?
A
32
B
25
C
1
D
100
Slide 7 - Quizvraag
In een klas zitten 25 leerlingen.
32% heeft een broertje.
Waar komt 32 te staan in deze verhoudingstabel?
32% heeft een broertje.
Waar komt 32 te staan in deze verhoudingstabel?
A
Midden boven
B
Rechtsboven
C
Midden onder
D
Rechtsonder
Slide 8 - Quizvraag
In een klas zitten 25 leerlingen.
32% heeft een broertje.
Wat is de volgende stap die ik nu moet doen?
32% heeft een broertje.
Wat is de volgende stap die ik nu moet doen?
Slide 9 - Open vraag
In een klas zitten 25 leerlingen.
32% heeft een broertje.
Hoeveel leerlingen hebben een broertje?
32% heeft een broertje.
Hoeveel leerlingen hebben een broertje?
A
8 leerlingen
B
32 procent
C
17 leerlingen
D
128 leerlingen
Slide 10 - Quizvraag
Maak een verhoudingstabel
Vul de informatie in
Vul in wat je al weet
Vul in wat je wilt berekenen
De '1' invullen
De pijlen invullen
Uitrekenen
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Wil je vaker op deze manier les?
A
JAAAA!!
B
maakt mij niet uit
C
Liever niet...
D
Soms
