tekst 11A r.-6

Tekst 11A r. 1-6
Maak de volgende vragen over de naamwoorden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Tekst 11A r. 1-6
Maak de volgende vragen over de naamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

In welke naamval staat Dido?
A
nom ev
B
dat ev
C
abl ev
D
nom mv

Slide 2 - Quizvraag

Troiani
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 3 - Sleepvraag

In welke naamval staat Troiani?
A
nom ev
B
gen ev
C
abl ev
D
nom mv

Slide 4 - Quizvraag

navibus
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 5 - Sleepvraag

In welke naamval staat navibus?
A
abl ev
B
dat + abl ev
C
abl mv
D
dat + abl mv

Slide 6 - Quizvraag

iram
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 7 - Sleepvraag

In welke naamval staat iram?
A
acc ev
B
abl ev
C
abl mv
D
dat + abl mv

Slide 8 - Quizvraag

luce
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 9 - Sleepvraag

In welke naamval staat luce?
A
acc ev
B
abl ev
C
abl mv
D
dat + abl mv

Slide 10 - Quizvraag

urbem
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 11 - Sleepvraag

In welke naamval staat urbem?
A
acc ev
B
abl ev
C
abl mv
D
dat + abl mv

Slide 12 - Quizvraag

munera
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 13 - Sleepvraag

In welke naamval staat munera?
A
nom ev
B
acc mv
C
nom ev + abl ev
D
nom + acc mv

Slide 14 - Quizvraag

iram
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 15 - Sleepvraag

In welke naamval staat iram?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom ev + abl ev
D
nom + acc mv

Slide 16 - Quizvraag

dolorem
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 17 - Sleepvraag

In welke naamval staat dolorem?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom ev + abl ev
D
nom + acc mv

Slide 18 - Quizvraag

caelo
rosa
dominus
bellum
rex
nomen

Slide 19 - Sleepvraag

In welke naamval staat caelo?
A
dat ev
B
abl ev
C
dat ev + abl ev
D
nom + acc mv

Slide 20 - Quizvraag

In welke naamval staat vestes?
A
dat ev
B
abl ev
C
dat ev + abl ev
D
nom + acc mv

Slide 21 - Quizvraag

In welke naamval staat gladium?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom ev + acc ev
D
nom + acc mv

Slide 22 - Quizvraag

In welke naamval staat effigiem?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom ev + acc ev
D
nom + acc mv

Slide 23 - Quizvraag

In welke naamval staat Aenea?
A
nom ev
B
dat ev
C
gen ev
D
dat + gen ev

Slide 24 - Quizvraag

In welke naamval staat lectum?
A
nom ev
B
acc ev
C
nom + acc ev
D
dat + gen ev

Slide 25 - Quizvraag

In welke naamval staat multas noctes?
A
nom ev
B
acc mv
C
nom + acc ev
D
nom + acc mv

Slide 26 - Quizvraag