11.A Het einde van Dido

1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gebeurde er eerder...
Mercurius had op bevel van Jupiter Aeneas bevolen om weg te gaan bij Dido en naar Italië te gaan.

Dido was heel boos en verdrietig. Ze had haar overleden man Sychaeus verraden door verliefd te worden op Aeneas
Ze smeekte Aeneas om te blijven, maar hij zei dat hij tegen zijn zin de goden moest gehoorzamen en ging weg.

Slide 2 - Tekstslide

Dido valde dolebat, postquam Troiani navibus oram reliquerunt.
Hoofdzin : Dido valde dolebat
PV = dolebat
OW = Dido

Bijzin : postquam Troiani navibus oram reliquerunt
PV = reliquerunt
OW = Troiani
LV = oram
BW bep = navibus

Slide 3 - Tekstslide

Dido valde dolebat, postquam Troiani navibus oram reliquerunt.
Dido was zeer verdrietig, nadat de Trojanen met schepen de kust hadden verlaten.

Slide 4 - Tekstslide

Nocte dormire non poterat, luce per urbem errabat et munera neglegebat.
Hoofdzin: nocte dormire non poterat
PV : poterat

Hoofdzin (2) : luce per urbem errabat
PV : errabat

Hoofdzin (3) : et munera neglegebat
PV : neglegebat
LV : munera                                                                           Waar is het OW ?
                             

Slide 5 - Tekstslide

Nocte dormire non poterat, luce per urbem errabat et munera neglegebat.
's Nachts kon zij niet slapen, overdag zwierf ze door de stad en verwaarloosde ze haar taken.

Slide 6 - Tekstslide

Postremo, quod nihil iram et dolorem sedare poterat, Dido mori cupiebat.
Hoofdzin: Postremo Dido mori cupiebat
PV : cupiebat
OW : Dido

Bijzin: quod nihil iram et dolorem sedare poterat
PV : poterat (+ sedare)
OW : nihil
LV : iram et dolorem

Slide 7 - Tekstslide

Postremo, quod nihil iram et dolorem sedare poteratDido mori cupiebat.
Tenslotte, omdat niets haar woede en verdriet kon bedaren, wilde Dido sterven.

Slide 8 - Tekstslide

Clam rogum sub caelo erexit.
Hoofdzin: Clam rogum sub caelo erexit.
PV : erexit
LV : rogum
BW bep : sub caelo


Slide 9 - Tekstslide

Clam rogum sub caelo erexit.
Heimelijk (stiekem) richtte zij onder de hemel een brandstapel op.

Slide 10 - Tekstslide

Ibi posuit vestes, gladium, effiegiem Aeneae et lectum, in quo multas noctes dormiverant.
Hoofdzin: Ibi posuit vestes, gladium, effigiem Aneae et lectum
PV : posuit
LV : vestes, gladium, effigiem Aeneae, lectum
BV bep : Aeneae (bij 'effigiem')

Bijzin: in quo multas noctes dormiverant
PV : dormiverant
BW bep : in quo, multas noctes

Slide 11 - Tekstslide

Ibi posuit vestes, gladium, effiegiem Aeneae et lectum, in quo multas noctes dormiverant.
Daarop plaatste zij kleding, het zwaard, een portret van Aeneas en het bed, waarop ze vele nachten hadden geslapen.



Wie is 'zij' en wie zijn 'ze' ?

Slide 12 - Tekstslide

Postquam rogum conscendit, in lecto procubuit et dixit :
Hoofdzin: in lecto procubuit                                      Hoofdzin (2): et dixit
PV : procubuit                                                                    PV : dixit
BW bep : in lecto


Bijzin: postquam rogum conscendit
PV : conscendit
LV : rogum

Slide 13 - Tekstslide

Postquam rogum conscendit, in lecto procubuit et dixit :
Nadat zij de brandstapel had aangestoken, ging ze op het bed liggen en zei:

Slide 14 - Tekstslide

'O inferi, hanc animam nunc accipite.
Hoofdzin: O inferi, hanc animam nunc accipite
PV (imperativus) : accipite
OW (vocativus) : inferi
LV : hanc animam

Slide 15 - Tekstslide

'O inferi, hanc animam nunc accipite.
'O goden van de Onderwereld, ontvang nu deze ziel.

Slide 16 - Tekstslide

Vixi et vitae cursum perfeci.
Hoofdzin: vixi
PV : vixi

Hoofdzin (2): et vitae cursum perfeci
PV : perfeci
LV : cursum vitae
BV bep : vitae (bij 'cursum')

Slide 17 - Tekstslide

Vixi et vitae cursum perfeci.
Ik heb geleefd en heb de loop van mijn leven voltooid.

Slide 18 - Tekstslide

Urbem et moenia urbis meae vidi.
Hoofdzin: Urbem et moenia urbis meae vidi
PV : vidi
LV : urbem, moenia urbis meae
BV bep: urbis meae (bij 'moenia')

Slide 19 - Tekstslide

Urbem et moenia urbis meae vidi.
Ik heb de stad en de muren van mijn stad gezien.

Slide 20 - Tekstslide

Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.
Hoofdzin: felix fui
PV : fui
NW gezegde : felix

Bijzin: donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt
PV : appulsae sunt
OW : naves Troianorum
BW bep : ad oram Africae
BV bep : Troianorum (bij 'naves'), Africae (bij 'oram') 

Slide 21 - Tekstslide

Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.
Ik was gelukkig, totdat de schepen van de Trojanen bij/op de kust van Afrika geland zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.
Hoofdzin: ducem Troianorum amavi
PV : amavi
LV : ducem Troianorum
BV bep : Troianorum (bij 'ducem)

Bijzin: sed iste navibus effugit                               Bijzin (2): et me deseruit
PV : effugit                                                                        PV : deseruit
OW : iste                                                                             LV : me
BW bep : navibus

Slide 23 - Tekstslide

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.
Ik heb van de leider van de Trojanen gehouden, maar die man is met zijn schepen weggevlucht en heeft mij achtergelaten.

Slide 24 - Tekstslide

Perfide, non sine poena me fefelleris!
Hoofdzin: non sine poena me fefelleris
PV : non fefelleris
LV : me
BW bep : sine poena

Bijzin: perfide (vocativus)

Slide 25 - Tekstslide

Perfidenon sine poena me fefelleris!
Onbetrouwbare, jij zult mij niet zonder straf bedriegen!

Slide 26 - Tekstslide

Per sidera iuro:
Hoofdzin: per sidera iuro
PV : iuro
BW bep : per sidera

Slide 27 - Tekstslide

Per sidea iuro:
Ik zweer bij de sterren:

Slide 28 - Tekstslide

ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
Hoofdzin: ira me te semper persequetur
PV : persequetur
OW : ira mea
LV : te

Bijzin: quocumque ibis
PV : ibis

Slide 29 - Tekstslide

ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
Mijn woede zal jou altijd achtervolgen, waarheen je ook gaat.

Slide 30 - Tekstslide

In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!'
Hoofdzin: in Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent
PV : manent
OW : multa bella
LV : te, filium, nepotes
BW bep : in Italia

Slide 31 - Tekstslide

In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!'
In Italië staan veel oorlogen jou én je zoon én je nakomelingen te wachten!'


(te wachten staan = zullen komen)

Slide 32 - Tekstslide

Postquam his verbis Aeneam exsecrata est, pectus gladio transfixit.
Hoofdzin: pectus gladio transfixit
PV : transfixit
LV : pectus
BW bep : gladio

Bijzin: postquam his verbis Aeneam exsecrata est
PV : exsecrata est
LV : Aeneam
BW bep : his verbis

Slide 33 - Tekstslide

Postquam his verbis Aeneam exsecrata estpectus gladio transfixit.
Nadat zij Aeneas met deze woorden heeft vervloekt, heeft ze haar borst doorboord met het zwaard.

Slide 34 - Tekstslide

Sic Dido regina vitam finivit.
Hoofdzin: sic Dido regina vitam finivit
PV : finivit
OW : Dido regina
LV : vitam

Slide 35 - Tekstslide

Sic Dido regina vitam finivit.
Zo heeft koningin Dido haar leven beëindigd.

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht:
Zoek 3 voorbeelden van een woord volgens groep 3 uit deze tekst.
Stuur je antwoorden naar:

Voor woensdag 8 juni

Slide 37 - Tekstslide

Tot slot...
Aeneas vertrekt naar Italië en komt er pas in de Onderwereld achter dat Dido zelfmoord had gepleegd. Hij is heel verdrietig, maar toch weet hij uiteindelijk zijn taak te volbrengen: hij sticht Lavinium, waar de gevluchte Trojanen en Latijnen samen een nieuw volk vormen en de Penaten worden vereerd.

Slide 38 - Tekstslide