Planten bs. 5+6: Bestuiving, bevruchting en verspreiding+ Ontkieming, groei en ontwikkeling

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Bij elke bs. is er een videouitleg

• Het lezen van de lesstof uit je boek blijft belangrijk
• Elke les heeft leerdoelen aan het begin van de video
• Na elke les heb je ook een samenvatting wat je moet weten

Leerdoelen bs. 5+6

Je kunt:

• omschrijven wat bestuiving is en je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen.
  
• beschrijven hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt en welke veranderingen er na bevruchting in het vruchtbeginsel plaatsvinden.
  
• uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de zaden worden verspreid.
• Beschrijven hoe een zaad is opgebouwd. uitleggen hoe een zaad ontkiemt en .een kiemplant groeit en zich ontwikkelt.
• 7.6.3 Je kunt beschrijven hoe een kiemplant groeit en zich ontwikkelt.

Leg dit uit.  

Ga naar de lesstof 8.5 Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Bestuiving

Bij bestuiving komt stuifmeel terecht op de stempel van een bloem van dezelfde plantensoort.

Wat is het verschil tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving?

Ga naar de lesstof 8.5 Bestuiving, bevruchting en verspreiding

Zelfbestuiving: Bestuiving tussen bloemen die aan dezelfde plant groeien.

 Kruisbestuiving: Bestuiving tussen  bloemen aan verschillende planten (van dezelfde soort). 

Bestuiving 

1. Ga naar paragraaf 8.5
2. Bestuiving door insecten (kolom1)
3. Bestuiving door de wind (kolom2)
4. Zoek naar de verschillen tussen een insectenbloemen en windbloemen.

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Veranderingen na de bevruchting

Na de bevruchting verandert er veel in een bloem.

Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad. 

Het vruchtbeginsel wordt een vrucht.

Verspreiding van vruchten en zaden

verschillende manieren:

• door de wind

• door dieren die de vruchten eten

• door dieren die de vruchten meenemen in hun vacht

• door de plant zelf

• door water

De Boon

zaadhuid

Stevig vlies om het zaad./beschermt het zaad.

zaadlob

Deel van het zaad dat reservevoedsel bevat.

Kiem:

Uit de kiem groeit een kiemplant

Groei en ontwikkeling bij planten

Tijdens de ontkieming wordt een kiemplantje groter en zwaarder.

Veranderingen in de bouw van een plant noem je ontwikkeling:

vb. bloem, blad, wortel, stengel

Levenscyclus in 4 fasen

1 Uit een zaad met kiem ontstaat een kiemplantje.

2 Een kiemplantje groeit en ontwikkelt zich tot een volwassen bonenplant.

3 Aan een bonenplant komen bloemen.

4 Na bestuiving en bevruchting ontwikkelen zich vruchten en zaden.

Koppel de 4 fasen van de levenscyclus aan de bovenste afbeelding van de plant

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

lees en maak de bs. 5+6

succes!!!