Erfelijkheid

Erfelijkheid
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling
10.4 Erfelijkheid van de mens

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Een bruine cavia wordt gekruist met een witte cavia.
De bruine kleur is dominant
Ze zijn beide homozygoot

Geef de F1 en F2 
Hoeveel % van de nakomelingen zullen een bruine kleur krijgen?

Slide 3 - Tekstslide

Janine Wevers

33 Jaar oud

Eco & wildlife
Leraar Biologie

Amsterdam


Barvrouw in vrouwenbar

Slide 4 - Tekstslide

Wie kent lessonup al?
Ga naar App Store / Play Store
Zoek op Lessonup
Download de app                           --->

Voer de les code in & log in met je EIGEN naam 
Telefoons alleen in het zicht wanneer ze nodig zijn

Slide 5 - Tekstslide

Aan het eind van de les ...
Kun je uitleggen waar jouw erfelijke eigenschappen vandaan komen
Kun je uitleggen waarom het belangrijk is dat je kennis hebt over erfelijkheid binnen jouw vakgebied
Weet je waar het woord Desoxyribonucleïnezuur vandaan komt
Weet je wat een karyogram is
Kun je de onderdelen van een chromosoom benoemen
Kun je Adenine en Thymine / Guanine en Cytosine aan elkaar koppelen
Weet je het verschil tussen genotype en fenotype

Slide 6 - Tekstslide

Wat weten jullie (nog) van erfelijkheid?
timer
2:30

Slide 7 - Open vraag

Erfelijke eigenschappen
Elk levend wezen

Uiterlijk (fenotype)
Innerlijk (genotype)

Ook eigenschappen die bepaald worden door jezelf & je omgeving

DNA of RNA

Slide 8 - Tekstslide

Noem iets wat jij hebt geërfd.
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Onderzoek naar genen; wat kan de mens daar eigenlijk mee?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Autosomen
Geslacht
Mitose = Diploïd
Meiose = Haploïd

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Desoxyribonucleïnezuur  =  DNA
Deoxyribonucleic acid

Slide 18 - Tekstslide

Een gen
Bestaat uit honderden nucleotiden

4 stikstofbasen (in DNA)
Adenine (A)
Thymine (T)
Cytosine (C)
Guanine (G)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

timer
5:00
Rood = R
Blauw = B
Geel = G
Groen = GR

Slide 21 - Tekstslide

A T G   C C G   T T A   G A C   C G T   T A G   C G G   A C C   T G A  → 3'

Vul in 


3'                                                                                                                           5'
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide


5' --- A T G C C G T T A G A C C G T T A G C G G A C C T G A C → 3'
3' ← T A C G G C A A T C T G G C A A T C G C C T G G A C T G --- 5'

Slide 23 - Tekstslide

Van gen naar uiterlijk
genotype - fenotype
In je DNA vind je, in het genotype, een gen
Roze vederdek

In cellen wordt vanuit het DNA een recept geschreven

Recept wordt afgelezen
Ribosoom 

Maakt eiwit voor vederdek
Flamingo kán roze worden

Slide 24 - Tekstslide

Genen en Allelen
Chromosomen = DNA & eiwit
DNA = alle informatie om lichaam te laten werken

Informatie die eigenschap bevat = gen
Alle genen samen = genoom

2 genen die samen horen = genenpaar
Elk gen heeft 2 of meer varianten = allel

Dominant of Recessief 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Wat was je percentage?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Omschrijf in eigen woorden de bouw & werking van DNA

Slide 30 - Open vraag

Gregor Mendel
Deed eerste kruisingsonderzoek
Erwten

Ouder = P
Eerste generatie = F1
Tweede generatie = F2

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Aan het eind van de les ...

Kun je uitleggen waar jouw erfelijke eigenschappen vandaan komen
Kun je uitleggen waarom het belangrijk is dat je kennis hebt over erfelijkheid binnen jouw vakgebied
Weet je waar het woord Desoxyribonucleïnezuur vandaan komt
Weet je wat een karyogram is
Kun je de onderdelen van een chromosoom benoemen
Kun je Adenine en Thymine / Guanine en Cytosine aan elkaar koppelen
Weet je het verschil tussen genotype en fenotype

(Kun je uitleggen wat homozygoot dominant, homozygoot recessief en heterozygoot is)

Slide 33 - Tekstslide

Stamboom

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk 
Opdracht 10 t/m 13

Slide 36 - Tekstslide