Schizofrenie / Omgaan met zorgvrager met een psychose 7 maart

Psychiatrische zorg - schizofrenie
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Psychiatrische zorg - schizofrenie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je kunt een verpleegplan opstellen voor een cliënt met een psychotische stoornis

Je kunt benoemen welke interventies en begeleidingsstijl/gesprekstechnieken belangrijk zijn in het begeleiden van een cliënt met een psychotische stoornis bij het dagelijks leven: stimuleren tot ADL en basisbehoeften

Je kunt benoemen wat aandachtspunten zijn in het bewaken van de veiligheid van een cliënt met een psychotische stoornis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie
Schizofrenie is een hersenaandoening waarbij je last hebt van psychoses.
Tijdens een psychose zie, hoor, voel, proef of ruik je dingen die er niet zijn. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten
  1. Paranoïde type
  2. Katatone type
  3. Gedesorganiseerd type
Of, minder specifiek:
  1. Ongedifferentieerd type
  2. Residueel
  3. Schizo- affectieve stoornis

Slide 4 - Tekstslide

Paranoïde: waanideeën/hallicunaties, dingen zien die er niet zijn
Katatone: vlak, rare houdingen, gekke bewegingen
Gedesorganiseerd: geen waanideeën/hallicunaties maar wel onsamenhangend gedrag 

residueel - verleden 
Ongedifferentieerd - meer dan 1
Schizo-affectief - ook manisch depressief

Positieve symptomen
Symptomen die opvallend aanwezig zijn​

  • Formele denkstoornissen​(sneller, langzamer)
  • Inhoudelijke denkstoornissen​ (wanen)
  • Hallucinaties​ 
  • Vreemde associaties en onlogische verbanden
  • gebruik van zelfverzonnen woorden (neologismen)
  • Weinig of niet meer slapen
  • Sterke verandering sociaal contact
  • Problemen in de concentratie en aandacht
Negatieve symptomen
Symptomen die opvallen door afwezigheid van normaal gedrag. ​
1. Gebrek aan energie en motivatie, oftewel aan activiteit en dadendrang:
  • Anhedonie = afname van plezier
  • Avolitie = afname van het beginnen van een activiteit
  • Apathie = afnam van het kunnen volhouden van een activiteit
  • Alogia = afname spraak
2. Vlak gevoelsleven: vervlakking van emoties oftewel affect:
  • Vervlakt affect = het gevoel hebben niets van betekenis te kunnen ervaren.
  • Asocialiteit = wanneer emoties afvlakken, kan ook schaamtegevoel afnemen , waardoor mensen zich gênant gaan gedragen zonder het zelf in de gaten te hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een positief symptoom bij psychose
A
Anhedonie
B
Grootheidswaan
C
Initiatiefverlies
D
Apathie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk volgend filmfragment. Welke symptomen herken je?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het voor de cliënt?
Schizofrenie is een chronische, progressieve ziekte van de hersenen.

Schizofrenie komt meestal in de jong-volwassenheid voor het eerst naar voren. 
Doormaken van psychotische periodes, afgewisseld met meer rustige periodes. 

Niet iedereen die een psychose doormaakt heeft schizofrenie. 
Niet iedereen heeft dezelfde symptomen of ervaart dezelfde problemen.      

Treedt meestal op tussen de 16-30 jaar 
1/100 mensen 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schizofrenie gaat vaak gepaard met cognitieve stoornissen"

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • cognitief domein
  • aandacht
  • werkgeheugen
  • leren en geheugen
  • executieve functies
  • sociale cognitie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
Zorg ervoor dat je op tijd terug bent, zonder eten 😉
En pak alvast je oordopjes
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luisteren naar verhaal
Op It's learning staat een audiobericht. 
Luister naar dit verhaal (wellicht kan iemand dit audiobericht in de what's app groep zetten)
Geen na het beluisteren van het verhaal antwoord op de vragen & maak/schrijf een kaart aan de cliënt. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Basishouding
  • De basis voor een goede relatie wordt gevormd door veiligheid en vertrouwen. 
  • Dit kan voor een zorgvrager met een psychiatrische stoornis lastig zijn omdat zij wantrouwend of angstig zijn of door misbruik en geweld.
  • Daarom moet je als verpleegkundige weten welke aspecten van je houding bijdragen aan het bevorderen van het gevoel van veiligheid en het winnen en behouden van vertrouwen. Het gaat hier om houdingsaspecten en vaardigheden als:
-   Respect
-   Inlevingsvermogen
-   Echtheid

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Respect
Vertrouwen begint met respect. Respect komt vooral tot uitdrukking in een houding waaruit blijkt dat je de ander als gelijkwaardig mens accepteert en hem in zijn waarde laat, ook als hij kampt met een psychische stoornis.

  • Hij is oké
  • Respect betekent dat je steeds weer een beroep blijft doen op de mogelijkheden van de zorgvrager.
  • Steunt en hulp biedt bij zijn onvermogen.
  • Je komt de afspraken na die je met hem maakt
  • Je geeft duidelijk je grenzen aan

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inlevingsvermogen
  • Staat voor het vermogen je te kunnen verplaatsen in gevoelens, gedachten en belevingswereld van de ander.
  • In een hulpverlenersrelatie is deze vaardigheid onmisbaar. Hierdoor kun je de ander beter begrijpen.
  • Empathie is een kwestie van inleven en aanvoelen door het leren en begrijpen van verbale en non verbale boodschappen van de zorgvrager.
  • Wanneer je empathie toont voor de zorgvrager voelt hij zich vaak meer begrepen. Daarmee bevorder je gevoelens van veiligheid en vertrouwen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Echtheid
In een relatie wil zeggen dat je oprecht bent, dat je niet doet alsof. Niet doen alsof je betrokken bent bij het verdriet van een zorgvrager en ondertussen denkt ‘stel je niet zo aan!’.

Je bent echt wanneer je vanbinnen voelt en beleeft, overeenstemt met de buitenkant laat zien.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ga jij om met zorgvragers die psychotisch zijn? Beschrijf in je eigen woorden

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Karim is achterdochtig, hij vertrouwd bijna niemand meer. Hij hoort stemmen die hem dreigend toefluisteren: 'Je dagen zijn geteld, binnenkort komen we je halen'. Wanneer Karim die tegen je verteld reageer je:
(schrijf letterlijk wat je zou zeggen tegen Karim)

Slide 20 - Open vraag

Mogelijk antwoord: 

Ik hoor die stemmen niet, je wordt er vast heel bang van. Ik vind het goed van je dat je me van je angst vertelt. Als je wilt, kunnen we samen kijken wat we kunnen doen om je minder bang te laten zijn. 
Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies