OA3 2024 Stellingen & argumenten

Stellingen en oefenen 
met argumenten



  • Beslis of je voor of tegen bent
  • Bedenk per stelling één argument voor 
  • en één tegenargument met weerlegging
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stellingen en oefenen 
met argumenten



  • Beslis of je voor of tegen bent
  • Bedenk per stelling één argument voor 
  • en één tegenargument met weerlegging

Slide 1 - Tekstslide

De media zouden vrouwensporten verplicht evenveel zichtbaarheid en promotie moeten geven als mannensporten.
A
Eens
B
Oneens

Slide 2 - Quizvraag

"De media zouden vrouwensporten verplicht evenveel zichtbaarheid en promotie moeten geven als mannensporten."
argument voor

Slide 3 - Open vraag

"De media zouden vrouwensporten verplicht evenveel zichtbaarheid en promotie moeten geven als mannensporten."
argument tegen + weerlegging

Slide 4 - Open vraag

Eetwedstrijden moeten verboden worden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 5 - Quizvraag

"Eetwedstrijden moeten verboden worden."

argument voor

Slide 6 - Open vraag

Eetwedstrijden moeten verboden worden."

argument tegen + weerlegging

Slide 7 - Open vraag

De Nederlandse economie moet op korte termijn overschakelen naar een vierdaagse werkweek.
A
Eens
B
Oneens

Slide 8 - Quizvraag

"De Nederlandse economie moet op korte termijn overschakelen naar een vierdaagse werkweek."

argument voor

Slide 9 - Open vraag

"De Nederlandse economie moet op korte termijn overschakelen naar een vierdaagse werkweek."

argument tegen + weerlegging

Slide 10 - Open vraag

Bibliotheken zijn overbodig geworden.
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quizvraag

"Bibliotheken zijn overbodig geworden."

argument voor

Slide 12 - Open vraag

"Bibliotheken zijn overbodig geworden."

argument tegen + weerlegging

Slide 13 - Open vraag

Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland.
A
Eens
B
Oneens

Slide 14 - Quizvraag

"Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland."

argument voor

Slide 15 - Open vraag

"Opgroeien in de stad is beter dan op het platteland."

argument tegen + weerlegging

Slide 16 - Open vraag