V5D_MaxH_H1tm6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat gaan we doen?

- Max Havelaar: Bespreken vraag 1 t/m 9 bij hoofdstuk 1 

- Humor in de Max Havelaar

- Zelfstandig werken: lezen hoofdstuk 4 en 6 + vragen maken.

Wat is de naam van de ik-persoon in hoofdstuk 1?

1. Max Havelaar
2. Sjaalman
3. Batavus Droogstoppel
4. Frits

Wat is het beroep van de ik-persoon?

1. Makelaar
2. Koffiehandelaar
3. Uitgever
4. Schrijver

Batavus Droogstoppel (makelaar in koffie)...

Spreekt de lezer toe.

Vertelt iets over wat hij zelf heeft meegemaakt.

Waarom houdt Droogstoppel niet van romans?

Droogstoppel over de Bijbel

Hij zegt impliciet dat de Bijbel allemaal leugens bevat.

Dichters moeten wel liegen

want ze moeten rijmen: 'De lucht is guur, en het is vier uur.' 

Humor

- personage in een literair boek keert zich tegen alles wat literair is. 

- Droogstoppel blijft herhalen dat hij makelaar is in koffie en woont op de Lauriergracht nr 37.

- Hij staat voor de waarheid en gezond verstand, maar maakt voor de Bijbel een uitzondering.

Wat zijn de drie subgenres van de letterkunde die Droogstoppel noemt?

1. Toneel, cabaret en revue
2. Sonnetten, proza en verhalen.
3. Proza, gedichten en rijmpjes
4. Roman, poëzie en toneel

Lukas

Waarom vertelt Droogstoppel het verhaal over Lukas?

Hij laat zien dat zijn eigen beloning een logisch gevolg is van zijn harde werken.

Toont dat Droogstoppel niet echt een rechtschapen mens is, maar een uitbuiter, die zichzelf en zijn koffie goed verkoopt.

Welke twee karaktereigenschappen van de ik-figuur komen naar voren?

Waarom begint de roman met het geklaag en gemopper van Droogstoppel?

1. Multatuli toont het beeld van de zelfingenomen burger.
2. Multatuli wil zijn roman grappig beginnen.
3. Droogstoppel moppert nu eenmaal.
4. Alle koffiehandelaren waren mopperaars.

Samenvattingen H2 en H3

Zelfstandig werken

- Lees de hoofdstukken 4 en 6 en maak de bijbehorende vragen 10 en 11. 

Vraag 10

Blz. 55/56: 'Eén ding staat vast: de artikelen die ik in Sjaalmans pak had gevonden, waren belangrijk voor de makelaars in koffie.'

Blz. 56: 'Maar schrijven is niet mijn sterkste punt, en toch voelde ik dat mijn schrijven moest, omdat misschien de toekomst van mijn vak ervan afhangt.'

Vraag 11:

Innerlijke kenmerken: vat vol tegenstrijdigheden, vlug van begrip, vol liefde voor waarheid en recht. Ridderlijk en moedig, onverzadigbare eerzucht. Hij beschouwde alledaagse zaken als nietig en vond zijn grootste geluk in een kalm huiselijk leven. Stipt en ordelijk, zeer geduldig. Geestig en eerlijk. Hij was gevoelig voor liefde en aanhankelijkheid enz. blz. 92.

 

Uiterlijke kenmerken: Slank, vlug in zijn bewegingen, grote lichtblauwe ogen, korte bovenlip, en blond haar.

Zelfstandig werken:

- Lees hoofdstuk 8 en beantwoord vraag 12 a t/m e. 

- Noteer de antwoorden in je schrift. 

Huiswerk voor 18 maart

- Afmaken vragen bij hoofdstuk 8.

- Ga alvast op zoek naar bronnen die je meer vertellen over de impact die dit boek gehad heeft (bronnen voor je schrijfopdracht).