Literatuurgeschiedenis V5

Max Havelaar
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Max Havelaar

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Lesdoelen: aan het einde van de lessenreeks heb  je delen uit Max Havelaar gelezen en je kunt het boek in de tijd plaatsen

- Wie is Multatuli en wat schreef hij?
- Onuitgegeven toneelstuk samen lezen
- Eindopdracht bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Max Havelaar & Multatuli?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Max Havelaar
  • Mutatuli: pseudoniem voor Eduard Douwes Dekker ((Amsterdam 3 maart 1820 - Nieder-Ingelheim 19 februari 1887)
  • Ondertitel van het boek: Koffieveilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij
  • Drie vertellers: Droogstoppel, Stern en Multatuli
  • Een van de belangrijkste literaire werken voor de Nederlandse cultuur
  • Nederlands-Indie 
  • Raamvertelling

Slide 5 - Tekstslide

Beantwoord samen (10 minuten)
  • Wie is Max Havelaar?
  • Wat verwacht je door de ondertitel van het boek?
  • Wat denk je dat het keurmerk Max Havelaar betekent?
  • Wat betekent de naam Multatuli?
  • Waarom moest het boek hertaald worden (opnieuw uitgegeven)?
  • Wat voegt de foto van Douwes Dekker toe?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Inhoud van het boek
  • Hoofdstuk 1 (17-22): opening door Droogstoppel
  • Hoofdstuk 4 (43-58): het pak van Sjaalman, de  afspraak met Stern
  • Hoofdstuk 6 (89-96): beschrijving Tine en  Havelaar
  • Hoofdstuk 8 (114-124): toespraak tot de  hoofden van Lebak
  • Hoofdstuk 17 (245-271): einde met  ingrijpen door Multatuli

Slide 8 - Tekstslide

Toneelstuk (20 minuten)
• Waarom wordt Lothario door de rechter verwaand genoemd? 
• Wat betekent de uitdrukking ‘Barbertje moet hangen’? (Van Dale: ‘terecht of ten onrechte, het moet en zal gebeuren’.) 
• Hoe zal die uitdrukking ontstaan zijn? 
• Wat zegt het ontstaan van die uitdrukking over Max Havelaar? 
• Is er sprake van een eerlijke vorm van rechtspraak? 
• Wat wil het toneelstuk zeggen? Wat is er de strekking van? 
• Herken je in dit toneelstuk de karaktereigenschappen van Douwes Dekker? 

Slide 9 - Tekstslide

Eerste hoofdstuk (15 minuten)
• Wat voor iemand is Droogstoppel? 
• Waarom hamert hij zo op ‘waarheid’? 
• Wat leid je af uit het verhaal over Lukas (bladzijde 21) over de geloofwaardigheid van Droogstoppel voor de lezer? 
• Waarom maakt Droogstoppel voor de bijbel een uitzondering? 
• Maakt Droogstoppel zich belachelijk? 
• Een ‘droogstoppel’ is volgens Van Dale: ‘saai, vervelend mens; ook iemand zonder enig hoger streven of idealistische neigingen, dor prozamens’. Hoe zal deze betekenis ontstaan zijn? 
• Waarom is het opvallend dat de roman Max Havelaar met het gemopper en geklaag van Droogstoppel begint? 

Slide 10 - Tekstslide

Eindopdracht

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Max Havelaar

Slide 14 - Tekstslide

Programma
- Lesdoelen: aan het einde van de lessenreeks heb  je delen uit Max Havelaar gelezen en je kunt het boek in de tijd plaatsen

- Vorige les bespreken
- Eerste hoofdstuk bespreken
- Begrippenanalyse toepassen op het eerste hoofdstuk
- Artikel over Max Havelaar


Slide 15 - Tekstslide

Max Havelaar 
- Multatuli

- Koffieplantages

- Koloniale tijd

- Drie personages in het boek die vertellen

Slide 16 - Tekstslide

Verlichting & romantiek
Verlichting: 1730-1800
Geloof in rede en objectivisme 

Romantiek: 1800-1880
Tegen de verlichting
Invididualisme, mystiek, verlangen naar nationaal verleden, natuurverlangen

Slide 17 - Tekstslide

Eerste hoofdstuk
• Wat voor iemand is Droogstoppel?
• Wat leid je af uit het verhaal over Lukas (bladzijde 21) over de geloofwaardigheid van
Droogstoppel voor de lezer?
• Waarom maakt Droogstoppel voor de bijbel een uitzondering (bladzijde 18, 3e en 4e regel van onder)?
• Een ‘droogstoppel’ is volgens Van Dale: ‘saai, vervelend mens; ook iemand zonder enig hoger
streven of idealistische neigingen, dor prozamens’. Hoe zal deze betekenis ontstaan zijn?
• Waarom is het opvallend dat de roman Max Havelaar met het gemopper en geklaag van
Droogstoppel begint?

Wie denk je dat hij is? p. 43 van het boek (PDF op classroom)

Slide 18 - Tekstslide

Begrippenapparaat ver

Slide 19 - Tekstslide

Begrippenapparaat
Op classroom in vier onderwerpen verdeeld.

Tijd, handeling, figuren, vertelsituatie.

Wat moet je ermee? Leer de begrippen uit je hoofd en je moet het kunnen toepassen --> toets verhaalanalyse

Slide 20 - Tekstslide

Analyse h 1 (10 minuten)
Groep 1: tijd

Groep 2: handeling

Groep 3: figuren

Groep 4: vertelsituatie

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht (5 minuten)
Lees de pagina's 114-124.

Havelaar spreekt de hoofden van Lebak toe. 

Inlandse bevolking behandelen
Tegen corruptie

Slide 22 - Tekstslide

Artikel 'Dat bliksems knappe boek'
Lees het artikel: https://literatuurgeschiedenis.nl/19de/literatuurgeschiedenis/lg19009.html

Literatuurgeschiedenis.nl en dan 'Dat bliksems knappe boek: 'Max Havelaar'



Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Lees pagina 114-124.

Lees op literatuurgeschiedenis.nl en dan 'Dat bliksems knappe boek: 'Max Havelaar'

Wat is er belangrijk aan het fragment 114-124?

Slide 24 - Tekstslide

Max Havelaar

Slide 25 - Tekstslide

Programma
- Lesdoelen: aan het einde van de lessenreeks heb  je delen uit Max Havelaar gelezen en je kunt het boek in de tijd plaatsen

- Toespraak Max Havelaar bespreken
- Artikel over Max Havelaar bespreken
- Verhaal over Saidjah & Adinda
- Aan de literatuuropdracht/presentatie werken


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Toespraak van Max Havelaar
Pagina 114-124. Wat is er belangrijk aan het fragment?


'Dat bliksems knappe boek: 'Max Havelaar' 
Wat staat er in het artikel?

Slide 29 - Tekstslide

Verhaal over Saidjah en Adinda
Hoofdstuk zeventien: Ernest Stern

Verhaal over geliefden

Verzonnen verhaal met bijzonderheden

'Algemene waarheid'

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Einde: pamflet
Max Havelaar stapt uit de regentie.

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht (25 minuten)
Bereid met je groep voor: welke (minimaal) twee onderdelen gaan jullie bespreken in jullie fragment?

Wat hebben jullie daarvoor nodig volgende week woensdag?

Hoe verdelen jullie het werk?

Slide 33 - Tekstslide