blaaskatheter en verpleging QUIZ
1 / 11
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Zorgvragers met een blaaskatheter hebben een grotere kans op een urineweginfectie.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quizvraag
Een blaaskatheter is een prima alternatief voor incontinentie-absorptiemateriaal
timer
0:30
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Het inbrengen van een blaaskatheter is een voorbehouden handeling
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
een blaaskatheter die goed zit produceert op vaste tijden urine
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
via welke weg breng je de blaaskatheter in?
A
ureter
B
urethra
Slide 6 - Quizvraag
wat is geen indicatie voor een blaaskatheter
A
retentie
B
postoperatief
C
flatulatie
D
incontinentie
Slide 7 - Quizvraag
Een blaaskatheter voor eenmalig gebruik bevat hoeveel lumen?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 8 - Quizvraag
Eenmalige blaaskatheterisatie (intermitterend) wat is dat?
A
De blaaskatheter kan voor lange tijd in de urineblaas blijven zitten.
B
De blaaskatheter blijft niet in de urineblaas zitten.
C
urine steriel opvangen bacteriologisch onderzoek;
urineretentie bepalen;
chronische blaasretentie.
D
Slide 9 - Quizvraag
welk doel heeft blaasspoeling?
A
katheterslang open houden
B
toedienen van medicatie
C
standaard verzorging blaaskatheter
D
verlengen levensduur katheter
Slide 10 - Quizvraag
Een reden om een blaaskatheter in te brengen kan zijn dat dan de mogelijkheid bestaat medicijnen rechtstreeks in de blaas te brengen.
A
Juist
B
Onjuist
