1A1 - 18 juni

1A1 - Donderdag 18 juni
Nodig:
- iPad
- Etui
- Leerboek blz. 123
- Werkboek blz. 66
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1A1 - Donderdag 18 juni
Nodig:
- iPad
- Etui
- Leerboek blz. 123
- Werkboek blz. 66

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk

Maken:
Hoofdstuk 6
Opdracht 5kmno
Opdracht 8.2

Kijken:
https://schooltv.nl/video/de-hanze-bloeiende-handel-in-de-middeleeuwen/#q=Hanze

Vrijdag 12 juni - 4e uur

Slide 2 - Tekstslide

Herhalingsvragen

Slide 3 - Tekstslide

Welke groep is er hier afgebeeld?
A
Geestelijken
B
Boeren en burgers
C
Adel
D
Horigen

Slide 4 - Quizvraag

Monniken zijn geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe wordt iemand genoemd die mensen wil bekeren tot het christendom?
A
Heiden
B
Missionaris
C
Viking
D
Bekeerder

Slide 6 - Quizvraag

Waarom waren geestelijken belangrijk voor het bestuur?
A
Konden lezen en schrijven
B
Christelijke bevolking luisterde naar geestelijken
C
Konden de bevolking bekeren
D
Hoorden bij de eerste stand

Slide 7 - Quizvraag

NIEUW
§6.3 'De opkomst van de Middeleeuwse stad' 

Slide 8 - Tekstslide

Vroege middeleeuwen 500 - 1000
Tijd van verval
Late middeleeuwen 1100 - 1500
Tijd van opkomende handel, steden en staten

Slide 9 - Tekstslide

Vroege Middeleeuwen
Oorzaken verdwijnen handel Vroege Middeleeuwen:
  • Bruggen en wegen werden niet meer onderhouden.
  • Rovers onderweg. 
  • Veel tol betalen. 
  • Geld werd bijna niet meer gebruikt.

(500-1000)

Slide 10 - Tekstslide

Late Middeleeuwen

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'.
  • Er komt meer handel.
  • Geld komt weer terug.
  • Bevolking groeit.
  • Er ontstaan steden.
  • Macht van de steden neemt toe.
  • De adel krijgt (soms) minder macht.
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen
(1100-1500)

Slide 11 - Tekstslide

Het Gilde
In de 11e en 12e eeuw gaan kooplieden samenwerken in een gilde
Een gilde is een organisatie van mensen die hetzelfde beroep uitoefenen. Deze mensen werkten samen om hun belangen te verdedigen.

Bijvoorbeeld bij de kooplieden:
  • Samen een schip kopen.
  • Samen beveiliging betalen. 
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker

Slide 12 - Tekstslide

De Hanze
De kooplieden gaan ook samenwerken met kooplieden van andere steden. 

De samenwerking tussen steden in Noord-Europa noemen we de Hanze
In Nederland waren Hanzesteden bijvoorbeeld Deventer, Kampen en Arnhem. 

Slide 13 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 14 - Tekstslide

Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Meestal op kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten.
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 15 - Tekstslide

Koning en kooplieden
De kooplieden gaan ook samenwerken met koningen. 
  • Samen tegen macht leenmannen
  • Samen vechten tegen leenmannen
  • Steden betalen belasting aan koning
  • Koning zorgt voor veiligheid op de weg.
  • Koning doet onderhoud wegen en bruggen.
  • Koning zorgt voor één munt. 

Slide 16 - Tekstslide

De Nederlanden

Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen. Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.

In die gebieden was een heer, een edelman, de baas.  Zo'n gebied noemden we een domein

Een heer bepaalde wat er gebeurde in het domein, bijvoorbeeld de wetten.  
Op de kaart zie de de grote domeinen van de Nederlanden in de Middeleeuwen. Eigenlijk was heel Nederland ook één groot domein. Lang na de dood van Karel de Grote was de keizer van Duitsland de leenheer van de Nederlanden geworden. 

Slide 17 - Tekstslide

Stad op het domein
De eerste steden waren ontstaan uit de boerendorpjes en markten op de domeinen. De heer van het domein was dus nog steeds de baas van de stad.

De inwonders van de stad wilden liever zelf hun stad besturen. Ze konden dan stadsrechten van de heer kopen. 
Edelen wilden stadsrechten graag verkopen. Ze werden er rijk van!

Slide 18 - Tekstslide

Stadsrechten
De inwoners van een stad met stadsrechten mochten:
  • zelf de stad besturen
  • zelf de rechtspraak doen
  • een stadsmuur bouwen
  • een markt houden

Een stad zonder stadsrechten moest voor deze dingen toestemming vragen aan de heer van het domein. Veel gedoe!
Op de afbeelding zie een oorkonde met de stadsrechten. Het is een heel officieël document. Hierin stond dat de bewoners van de stad deze rechten van de edelman hadden gekocht. Onderaan hebben alle belangrijke mannen in was hun familiewapen gedrukt. Het bewijs dat zij als getuigen aanwezig waren. 

Slide 19 - Tekstslide

Blij in de stad!
Mensen woonden graag in een stad met stadsrechten. Dit had twee belangrijke redenen:
  1. Steden hadden een eigen bestuur en rechtspraak. De bewoners waren zelfstandig.
  2. Veel steden hadden dikke stadsmuren. Mensen waren er veilig voor aanvallen. 

De Franse stad Carcasonne is één van de best bewaarde middeleeuwse steden met stadsmuren.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk



Hoofdstuk 6
Opdracht 9 en 15



Vrijdag 19 juni - 4e uur

Slide 21 - Tekstslide

Leerstof toetsweek


Leren:
  • Leerboek §6.1 t/m §6.4 (witte tekst)
  • Begrippen (werkboek blz. 101 t/m 104) 
  • Werkboek H6 opdracht 1abcde, 2, 3abce, 5bcdefghijklnp, 8.1, 8.2, 9 en 15
  • Lessonup + 'aantekeningen'
Hoofdstuk 6
Paragraaf 6.1 t/m 6.4

Slide 22 - Tekstslide