De 'm'. staat niet in 't kofschip dus verleden tijd wordt: gamede
Racen - stam = race ('rees')
De 's' staat wel in 't kofschip dus verleden tijd wordt racete (een extra e voor de uitspraak, dus niet 'gamde' of 'racte'
Leer deze woorden goed!
Slide 6 - Tekstslide
Voltooid dw als bnw
De gebrande nootjes
De verloren zoon
De vermoorde bendeleider
In deze gevallen schrijf je altijd de kortst mogelijk vorm en dus nooit een dubbele dd of tt!!!! (niet de *gebrandde nootjes!!!)
Slide 7 - Tekstslide
Je achter de pv
Word je wel gelukkig met die jongen?
Beantwoord je die vragen nog even?
In deze zinnen is 'je' het onderwerp (je kan ook 'jij' zeggen)
Maar let op:
Wordt je moeder morgen 45?
Beantwoordt je docent die vragen niet?
In deze zinnen is je bezittelijk vnw (je moeder is ond.)
Slide 8 - Tekstslide
Goed of fout? Ik heb gisteren mijn nieuwe kleren geshowt.
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
Ik ...... naar huis omdat ik jarig was.
A
racte
B
racde
C
racete
D
racede
Slide 10 - Quizvraag
Goed of fout? Houd je van meloenen?
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quizvraag
Goed of fout? Aanvaardt de burgemeester de excuses?
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quizvraag
Schrijfopdracht
Schrijf een tekstje van ongeveer 5 zinnen in je schrift en gebruik minimaal 1x pv in de tegenwoordige tijd, de pv in de verleden tijd, een voltooid dw, een voltooid dw als bnv, je achter de pv.