Les 3: H2 ondernemingsvormen

Recht
Ondernemingsvormen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
rechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Recht
Ondernemingsvormen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning vandaag

Wat hebben we gehad
uitleg ondernemingsvormen
Verwerking
Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik de 4 belangrijkste ondernemingsvormen voor de retail noemen, met hun belangrijkste kenmerken. ( voor- en nadelen)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we gehad?
Een eigen onderneming opzetten, wat moet je doen?
Wat staat er in een ondernemingsplan
Waarom een ondernemingsplan?
Sociale zekerheid en starten vanuit de ww
Welke 2 mogelijkheden zijn er om te starten vanuit de ww?
BIj welk onderdeel van het opzetten van de onderneming krijg je een vrijstelling van de sollicitatieplicht?
Volksverzekeringen en werknemersverzekeringen. Voorbeeld
en wat is het verschil?

Slide 4 - Tekstslide

Startperiode van max 26 weken met 29% korting op uitkering
Urenkorting ( aantal uren tegen fictief loon in aftrek op de uitkering)
Ondernemingsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomstenbelasting is de jaarlijkse belasting die betaald wordt bij een ......(meerdere antwoorden)
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
CV

Slide 6 - Quizvraag

Iedereen moet inkomstenbelasting (IB) betalen over zijn genoten inkomsten.
Frits wil samen met zijn vrouw een frietzaak openen. Welke rechtsvorm kunnen zij het best kiezen?
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
CV

Slide 7 - Quizvraag

VOF: bedrijf voeren onder een gezamenlijke naam

Maatschap: gezamenlijk voordeel behalen (vrije beroepen)
Hoe wordt de oprichtingsakte van een VOF genoemd?
A
Akte van oprichting
B
Authentieke akte
C
Notariële akte
D
Vennootschaps-overeenkomst.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frits en zijn vrouw willen een frietzaak openen, met investeerder Mohamed. Mohamed wil alleen investeren en verdienen, maar niet mee ondernemen. Welke rechtsvorm kunnen zij het best kiezen?
A
Eenmanszaak
B
Maatschap
C
VOF
D
CV

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken opgaven 2 tm 5 Hoofdstuk 2.
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Doorlezen hoofdstuk 2 
Maken opgaven hoofdstuk 2 (opdracht 2 tm 5) 


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond jij van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies