Maak opdracht 5 en 6 van Lezen hoofdstuk 5, bldz. 136 en 137. Hierna maak je álle opdrachten, dus 1 t/m 5, van Lezen hoofdstuk 6, bldz. 162 t/m 167. De startopdracht hoef je niet te maken; deze mag je natuurlijk wel voor jezelf doen. Hoe moeilijk je de opdrachten ook vindt, doe je uiterste best om ze zo goed mogelijk te maken.