Het scherm van een televisie is opgebouwd uit pixels. Iedere pixel bestaat uit een rood, groen en blauw beeldpunt. Kijk je van een afstand, dan versmelten de beeldpuntjes tot één pixel met één kleur.
De beeldpunten in het scherm kunnen apart in- en uitgeschakeld worden. In een groen stukje beeld lichten alleen de groene beeldpunten op, in een rood stukje beeld alleen de rode beeldpunten, enzovoort. De kleuren van de televisie zijn ook mengkleuren.