In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ecologie
Slide 1 - Tekstslide
Stine
Thijs B
Xian
Colin
Zahra
Liam
Oskar
Slide 2 - Tekstslide
volgende week en daarna
2VC: dinsdag 13 april groep Banu toets en groep Nikki vragenlijst invullen, leren: NIET in de klassenmeet
2VC: vrijdag 16 april groep Nikki toets en groep Banu vragenlijst invullen, huiswerk ander vak: NIET in de klassenmeet
di 13 april afwezig? email sturen en inhalen donderdag 15 april (tenzij je nog ziek bent)
vrij 16 april afwezig? email sturen en inhalen dinsdag 20 april
Slide 3 - Tekstslide
volgende week en daarna
vanaf 20 april: start thema 4; geen hybride les: groep thuis: thuiswerk: alleen eerste 5 min in de meet en
groep op school lessen thema seksuele voorlichting
(nieuw rooster, groepen nog niet bekend)
Slide 4 - Tekstslide
2 HD volgende week
2HD: dinsdag 13 april groep Dieuwertje toets en groep Alec vragenlijst invullen, leren: NIET in de klassenmeet
2HD: vrijdag 16 april groep Alec toets en groep Dieuwertje vragenlijst invullen, huiswerk ander vak: NIET in de klassenmeet
Di 13 april afwezig? email sturen en inhalen do 15 april (tenzij nog ziek)
Vrij 16 april afwezig? email sturen en inhalen di 20 april
Slide 5 - Tekstslide
volgende week en daarna
vanaf 20 april: start thema 4; geen hybride les: groep thuis: thuiswerk: alleen eerste 5 min in de meet en
groep op school lessen thema seksuele voorlichting
(nieuw rooster, groepen nog niet bekend)
Slide 6 - Tekstslide
huiswerk
opdrachten 6.6 gemaakt?
Milieu opdracht ingeleverd??
Colin Senne Plan...
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
een ecosysteem is....
Slide 9 - Open vraag
wat is het verschil tussen een biotoop, een bioom en de biosfeer?
Slide 10 - Open vraag
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Biosfeer: aarde
2V Bioom
1 levend org. v.e. bep. soort
1 groep org. v. dezelfde soort die in een gebied samenleven
alle populaties in 1 gebied
gebied waarbinnen de bio. en abio. factoren eenheid vormen
gebied in, op, rond aarde waarin leven mogelijk, alle ecosystemen samen
gebied binnen biosfeer met kenmerkend klimaat
Slide 11 - Tekstslide
wat is het verschil tussen een voedselketen, voedselweb, voedselnet, voedselkringloop en voedselpiramide?
Slide 12 - Open vraag
voedselrelatie
Een voedsel relatie is een relatie tussen organismen van twee soorten, waarbij de ene soort als voedsel dient voor de andere soort. In voedselwebben en voedselketens zijn de voedselrelaties in het ecosysteem weergegeven.
Slide 13 - Tekstslide
Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm
A
Er zijn meer predatoren
B
Er zijn altijd meer producenten
C
Er gaat per schakel energie verloren
Slide 14 - Quizvraag
Heeft een piramide van aantallen altijd een piramide vorm? Waarom?
A
Ja, want het geeft altijd de schakels in de juiste volgorde weer
B
Ja, want het aantal individuen in elke schakel wordt altijd kleiner
C
Nee, want het aantal individuen kan groter zijn in de volgende schakel
D
Nee, want de schakels van een voedselketen kunnen soms in een andere volgorde staan
Slide 15 - Quizvraag
Voedselkringloop
Slide 16 - Tekstslide
In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Bij welke organismen in de koolstofkringloop is er verbranding van Energierijke stoffen? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters
Slide 17 - Quizvraag
koolstofkringloop
Slide 18 - Tekstslide
De Waterkringloop
Slide 19 - Tekstslide
Optimumkromme
Slide 20 - Tekstslide
waar draait het om bij concurrentie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
om strijd tussen individuen of populaties om voedsel
B
om strijd tussen individuen of populaties om een partner
C
om strijd tussen individuen of populaties om een veilige plek
D
om samenwerken van individuen of populaties bij jagen op een prooi
Slide 21 - Quizvraag
Relaties binnen populatie
Concurrentie
Samenwerking
Rangorde
Territorium
Paarvorming
Slide 22 - Tekstslide
Wat is symbiose?
Slide 23 - Open vraag
wat is verschil tussen commensalisme, mutualisme en parasitisme?
Slide 24 - Open vraag
Milieuopdracht?
Zijn er vragen? Welke onderwerpen nog een keer langs?
Denk aan de test je zelf! Flitskaarten? Oefentoets!
Leg je eigen sv naast die van het boek.
Biologiepagina.nl: twee hoofdstukken, niet alles is van toepassing. Lastige dingen herhalen, kan daar wel. H ecologie: 1 t/m 4, H Mens en Milieu 1 t/m 3
Slide 25 - Tekstslide
De mens is afhankelijk van zijn omgeving voor .....meerdere antwoorden mogelijk
A
grondstoffen
B
voedsel en zuurstof
C
water en energie
D
natuur voor recreatie
Slide 26 - Quizvraag
wat is biodiversiteit?
A
alle planten en dieren die samen in een klimaat leven.
B
het voorkomen van verschillende dieren en planten in een bepaald gebied en de variatie daarin
C
het aantal planten en dieren en wat zij eten
D
het meeste aantal organismes dat in een bepaald gebied voorkomt.
Slide 27 - Quizvraag
Waardoor is de biodiversiteit in Nederland afgenomen?
A
Intensivering van de landbouw, overbevissing, ontbossing
B
Toename van het aantal inwoners, urbanisatie,
C
Vervuiling
D
Klimaatverandering
Slide 28 - Quizvraag
Welke energiebronnen zijn fossiele brandstoffen?
A
Bio-ethanol
B
Aardgas
C
Kernenergie
D
Zonne-energie
Slide 29 - Quizvraag
Wat zijn de belangrijkste broeikasgassen?
A
Stikstof
B
Koolstofdioxide
C
Waterdamp
D
Methaan
Slide 30 - Quizvraag
Gevolgen broeikaseffect
Stijging gemiddelde temperatuur, opwarming van de aarde
Stijging zeespiegel, door smelten van ijs van gletsjers en ijskappen
Klimaatverandering, andere/extremere weertypen
Door klimaatverandering verwoestijning (en door overgebruik van de grond) en verzilting
Slide 31 - Tekstslide
Wanneer spreek je van klimaatverandering?
A
als de gemiddelde temperatuur in een land in een jaar minimaal 2 graden verschilt met het jaar ervoor
B
als de gemiddelde temperatuur in een land in een jaar minimaal 4 graden verschilt met het jaar ervoor
C
als het gemiddelde weertype in een land gedurende een periode van meerdere jaren verandert
D
als het gemiddelde weertype in een land gedurende een periode van een jaar verandert
Slide 32 - Quizvraag
Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land
Slide 33 - Quizvraag
Ecologische voetafdruk
De ecologische voetafdruk is de ruimte die we per persoon innemen op aarde. Deze ruimte word berekend op basis van jouw levensstijl. Het wordt uitgedrukt in hectare.
Slide 34 - Tekstslide
Duurzaamheid
Duurzaamheid
Niet meer stoffen uit het milieu halen dan het milieu kan aanvullen.
Niet meer stoffen aan het milieu toevoegen dan het milieu kan verwerken.
Slide 35 - Tekstslide
Huishoudelijk afval wordt ingedeeld in vijf groepen: 1 groente-, fruit- en tuinafval; 2 glas; 3 plastic; 4 metaal; 5 papier. Welke van deze groepen afval is, of zijn biologisch afbreekbaar?
A
alleen 1
B
alleen 1 en 5
C
alleen 1 , 3 en 5
D
allemaal
Slide 36 - Quizvraag
duurzame oplossingen voor milieuproblemen
1 duurzame energie
2 duurzame grondstoffen
3 duurzame landbouw
4 minder vervuiling
5 minder broeikasgassen
Slide 37 - Tekstslide
In de biologische landbouw wordt vruchtwisseling toegepast. Twan en Lieke doen daarover een bewering. Twan zegt dat daardoor geen chemische bestrijdingsmiddelen hoeven te worden gebruikt om organismen in de bodem te bestrijden. Lieke zegt dat door vruchtwisseling niet elk jaar kan worden geoogst.
Wie heeft (hebben) een juiste bewering gedaan?
A
Alleen Twan.
B
Alleen Lieke.
C
Zowel Twan als Lieke.
D
Geen van beiden.
Slide 38 - Quizvraag
Biologische Landbouw
vruchtwisseling
onbespoten
scharrelen
natuurlijke bestrijding
mechanische verwijdering
van onkruid
geen monocultuur
geen kunstmest
geen chemische gewasbestrijding
Slide 39 - Tekstslide
Wat is GEEN duurzame energiebron?
A
Waterkracht
B
Windkracht
C
Kernenergie
D
Zonne-energie
Slide 40 - Quizvraag
Biomassa
energie uit E rijke stoffen: uit organisch materiaal: hout, gft, mest, plantaardige olie
ontstaat ook CO2, maar deze was eerder opgenomen: kringloop
ook geschikt als brandstof: bio-olie en biogas
nadeel: speciaal telen: kost grond en gebruik kunstmest + water
Slide 41 - Tekstslide
tips leren proefwerk
zie Classroom:
basisstof en opdrachten doornemen,
test jezelf en oefentoets maken,
eigen sv en sv boek leren,
oefenen op biologiepagina.nl (niet alles, zie Classroom)