1h/v Chapitre (2) 3 les 1

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Bonjour  

Hoe is de toets Frans gegaan?

Super!

Redelijk

Niet goed

 Programme

1.  Parler       voorbereiden mondeling

2. Chapitre 2     Bloc H de ontkenning.

3. Travail individuel Bloc H

4. Introduction Chapitre 3

5. Menu au choix 

Parler et (écrire) en français      

A: Bonjour

B: Bonjour

A: Monsieur, la carte s'il vous plait

B: Voilà

A: Je voudrais un thé et un sandwich au fromage s'il vous   plait

B: Un thé et un sandwich au fromage, voilà

A: Où sont les toilettes?

B: C'est ici

A: Monsieur, l'addition s'il vous plait.

B: Voilà, 6 euros s'il vous plait

A: Merci et au revoir

B: Au revoir

Parler et (écrire) en français      

A: Hallo

B: Bonjour

A: Ober, de kaart alstublieft.

B: Voilà

A: Ik wil graag een cola en een pizza alstublieft.

B: Un coca et une pizza, voilà

A: Waar zijn de wc's?

B: C'est ici

A: Ober, de rekening alstublieft.

B: Voilà, 8 euros s'il vous plait

A: Bedankt en tot ziens

B: Au revoir

Parler et (écrire) en français      

A: Bonjour

B: Hallo

A: Monsieur, la carte s'il vous plait

B: Hier, alstublieft

A: Je voudrais une orangina et un sandwich au jambon s'il vous plait

B: Een orangina en een broodje ham, hier, alstublieft

A: Où sont les toilettes?

B: Dat is hier

A: Monsieur, l'addition s'il vous plait.

B: Hier alstublieft, 7 euro, alstublieft

A: Merci et au revoir

B: Tot ziens

Parler et (écrire) en français      

A: Hallo

B: Hallo

A: Ober, de kaart alstublieft

B: Hier, alstublieft

A: Ik wil graag (noem 2 dingen) alstublieft.

B: (herhaal bestelling) hier alstublieft

A: Waar zijn de wc's?

B: Dat is hier

A: Ober, de rekening alstublieft.

B: Hier alstublieft, (verzin bedrag), alstublieft

A: Bedankt en tot ziens

B: Tot ziens

Bron H: De ontkenning (niet/geen) p. 89

J'aime le chocolat

Ik hou van chocola

Je n'aime pas le chocolat

Ik hou niet van chocola

Je prends la pizza

Ik neem pizza

Je ne prends pas la pizza

Ik neem geen pizza

Hoe maak je een zin ontkennend (niet/geen)?

Bron H: De ontkenning (niet)

J'aime le chocolat

Je n'aime pas le chocolat

Je prends la pizza

Je ne prends pas la pizza

niet:  ne  (werkwoord) pas

           n'   (werkwoord) pas

ONTKENNING

NE ... PAS

om de persoonsvorm

Je suis une fille

-> Je ne suis pas une fille

Il parle beaucoup

-> Il ne parle pas beaucoup

Je cherche le sac (niet)

Il déteste la viande (niet)

Elle aime les crêpes. (niet)

Travail individuel

Faire exercices:

31: Haal de informatie uit het liedje. 

32: Bij 32b onderstreep eerst het werkwoord en maak daarna de zin ontkennend.

33: Geef antwoord op de vraag. Gebruik de ontkenning en let op het vervoegen van het werkwoord op -ER

35: Vul het formulier in. Geef antwoord in hele zinnen. Gebruik ook de zinnen uit Chapitre 1

Chapitre 3 : Planète collège

Regarde le film:

Welke dingen zijn hetzelfde in Nederland en Frankrijk? (p.100, ex 1)

Nederland/Frankrijk : hetzelfde

Nederland/Frankrijk:

verschil

Lesrooster

Docenten

Middageten

Pauzes

Leerlingen

Le collège en France

• Lange dagen school (tot 5 uur)
• Middagpauze van 2 uur lang
• Leerlingen eten warm in de kantine.

Welk verschil heb je nog meer gezien in het filmpje?

Welk verschil heb je nog meer gezien in het filmpje?

Travail individuel / Devoirs

Menu au choix

1.    La carte (volgende week inleveren)

2.   Faire exercices 1,2,3        p. 100/101 

3.   Faire exercices 31,32,35  p.88-91

4.   Voorbereiden mondeling 

5.   Slim Stampen Chap 3 bloc A

6.   Spel kleuren:  https://www.digipuzzle.net/minigames/beehive/beehive_colors_fr_eduspel.htm