1h/v Chapitre 2 les 8 1X

Bonjour 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 

Slide 1 - Tekstslide

Programme
Bloc B
Jeu avec les mots A/B 
Grammaire bloc D
Travail individuel/corriger les devoirs
Bon appétit (presentaties)




Slide 2 - Tekstslide

Corriger bloc B  p. 66-69
'Un diner en l'air à Bruxelles.'

Waar ging deze tekst over?
Wat ben je te weten gekomen?

Exercice: 9, 10 (d niet),12.


Wie blijft er het langst staan?     Woorden A+B

Slide 3 - Tekstslide

Bron D   chapitre 2

Slide 4 - Tekstslide

Ik
Jij
Hij
Zij (👩🏼)
Wij / Men
Wij
Jullie / U
Zij (👩🏼👩🏼)
Zij (👨🏽👨🏽)
Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles

Slide 5 - Sleepvraag

bellen
een hekel hebben aan
aankomen
praten
liever hebben
dol zijn op
adorer
arriver
préférer
parler
téléphoner
détester

Slide 6 - Sleepvraag

Werkwoorden - er
aimer, préférer,détester, téléphoner .....




Hoe vervoeg je een werkwoord die eindigt op ER ?

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoorden - er
aimer, préférer,détester, téléphoner .....






1: Haal ER van het w.w. af. (=stam)
    vb. aimer           ->    aim
          téléphoner ->     téléphon

   
2. Plak achter de stam de juiste uitgang.

Slide 8 - Tekstslide

adorer = dol zijn op
Je / j'
adore
Tu
adores
Il / elle / on
adore
nous
adorons
vous
adorez
ils / elles
adorent
Ik ben dol op = j'adore                                  jij bent dol op= tu adores
Jullie zijn dol op= vous adorez                   zij(v) zijn dol op= .........................

Slide 9 - Tekstslide

Je
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
e
es
ons
ez
ent
e
e
e
ent

Slide 10 - Sleepvraag

Ik heb een hekel aan (détester)

Slide 11 - Open vraag

Zij komt aan (arriver)

Slide 12 - Open vraag

Wij praten (parler)

Slide 13 - Open vraag

Travail individuel
  1. Faire exercices: 16, 17 (17d niet), 18 (bloc D)
(ex 18: Kies uit elke kolom 1 woord. Vervoeg wel het gekozen werkwoord)
2.  Faire exercice 20a . Kijk daarna het hele filmpje af ( bloc E )
(online methode -chapitre 2- bloc E)
3. Corriger exercices 9,10,12 (bloc B)



timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Taaltaak : Bon appétit
La nourriture française.

Wat weet je nog van de opdracht : De Franse keuken ?

Wat lijkt je lekker ?                        Qu'est-ce que tu aimes?  J'aime le Tarte Tatin
Wat lijkt je niet lekker?                Qu'est-ce que tu détestes? Je déteste les escargots

Welke gerechten komen er op La Carte?    

Slide 15 - Tekstslide

Parler et (écrire) en français      

A: Bonjour
B: Bonjour
A: Monsieur, la carte s'il vous plait
B: Voilà
A: Je voudrais un coca et une crêpe s'il vous   plait
B: Un coca et une crêpe, voilà
A: Où sont les toilettes?
B: C'est ici
A: Monsieur, l'addition s'il vous plait.
B: Voilà, 7 euros s'il vous plait
A: Merci et au revoir
B: Au revoir

Slide 16 - Tekstslide

Parler et (écrire) en français      

A: Hallo
B: Bonjour
A: Ober, de kaart alstublieft.
B: Voilà
A: Ik wil graag een crêpe en een thee alstublieft.
B: Une crêpe et un thé, voilà
A: Où sont les toilettes?
B: C'est ici
A: Ober, de rekening alstublieft.
B: Voilà, 7 euros s'il vous plait
A: Bedankt en tot ziens
B: Au revoir

Slide 17 - Tekstslide

Parler et (écrire) en français      

A: Bonjour
B: Hallo
A: Monsieur, la carte s'il vous plait
B: Hier, alstublieft
A: Je voudrais un coca et une crêpe s'il vous   plait
B: Een cola en een crêpe, hier, alstublieft
A: Où sont les toilettes?
B: Dat is hier
A: Monsieur, l'addition s'il vous plait.
B: Hier alstublieft, 7 euro, alstublieft
A: Merci et au revoir
B: Tot ziens

Slide 18 - Tekstslide

Taaltaak : Bon appétit
La carte s'il vous plait....

Monsieur, la carte s’il vous plait.
Jouw gasten zijn gearriveerd en zij willen graag wat bestellen. 
Ze vragen om de kaart. Wat kunnen ze allemaal bij jou eten en drinken? (manger et boire)
Maak jouw eigen menukaart. Zorg dat er genoeg keus is voor de gasten. 
Vergeet er niet de prijzen bij te zetten. 
Verder is het belangrijk dat de kaart er aantrekkelijk uitziet en geen spelfouten bevat. 
Dus werk netjes 😊

Slide 19 - Tekstslide

Un exemple  (een voorbeeld) 
1. De naam van jouw restaurant.
2. Een lijst met drankjes (voca lijst)
3. Een lijst met eten.
(gebruik de voca lijst + 5 gerechten uit de opdracht bon appétit)
4. Schrijf overal de prijzen bij.


Slide 20 - Tekstslide