Paragraaf 2 Bedrijfskosten en nettowinst

Programma
Herhaling paragraaf 1
Huiswerk paragraaf 1 en rekentrainer
Uitleg en maken paragraaf 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
Herhaling paragraaf 1
Huiswerk paragraaf 1 en rekentrainer
Uitleg en maken paragraaf 2

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21 = € 26,25
  2. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 3 - Tekstslide

Inclusief BTW

Stel een tv kost € 600,- exclusief BTW
Wat is de consumentenprijs?

Slide 4 - Tekstslide

Uitwerking

verkoopprijs exclusief BTW = 100%
btw = 21%
consumentenprijs inclusief BTW = 121%
dus € 600,- : 100 = x 21% = € 126,-
consumentenprijs = € 600,- + € 126,- = € 726,-
Dus verkort is dan € 600,- x 1,21 = € 726,-

Slide 5 - Tekstslide

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1.25. De BTW is € 0,09.
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 6 - Tekstslide

Uitwerking
Broodje kost € 1,25 - € 0,09 = € 1,16

Slide 7 - Tekstslide

Omzet berekenen
Bekijk de gegevens hiernaast.
Bereken de omzet van de winkel

Slide 8 - Tekstslide

Omzet berekenen
Bekijk de gegevens hiernaast.
Bereken de omzet van de winkel



Omzet = Afzet x verkoopprijs
16 x € 59,80 = € 956,80

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 2 bedrijfskosten en nettowinst
Ik kan verschillende bedrijfskosten benoemen en uitleggen waarvoor de kosten worden gemaakt.
Ik kan uitleggen wat de nettowinst is en de nettowinst berekenen.
Ik kan uitleggen wat de kostprijs is en de kostprijs berekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Welke bedrijfskosten kun je benoemen?

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfskosten

Alles wat een bedrijf betaalt voor de productie van goederen en diensten.

Slide 13 - Tekstslide

personeelskosten
Brutoloon
sociale lasten/loonheffing

nettoloon

ondernemersloon

Slide 14 - Tekstslide

huisvestingskosten
  • huur bedrijfspand
  • energiekosten
  • onderhoudskosten
  • verzekeringskosten

Slide 15 - Tekstslide

verkoopkosten
  • promotie/reclame kosten
  • kosten voor drukwerk
  • kosten voor gratis drankjes (representatie)
  • website, diverse acties

Slide 16 - Tekstslide

algemene kosten
  • reis- en verblijfskosten
  • administratieve kosten
  • assurantiekosten
  • wasserijkosten
  • abonnementen/contributie
  • schoonmaakkosten

Slide 17 - Tekstslide

Schema winst berekenen

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk
Maken paragraaf 2 en de rekentrainer paragraaf 2

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 2 bedrijfskosten en nettowinst
Ik kan verschillende bedrijfskosten benoemen en uitleggen waarvoor de kosten worden gemaakt.
Ik kan uitleggen wat de nettowinst is en de nettowinst berekenen.
Ik kan uitleggen wat de kostprijs is en de kostprijs berekenen.

Slide 20 - Tekstslide