De opslagcapaciteit voor vet is onbeperkt. Waar of nietwaar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Het meeste vet bevindt zich onder de huid, tussen de organen in de buikholte en een klein beetje in de spieren. Waar is het van afhankelijk waar het vet zich opslaat?
A
Lengte
B
Geslacht
C
Afkomst
D
Lichaamsbouw
Slide 22 - Quizvraag
Welk vetgedeelte wordt het eerst als brandstof aangesproken bij lichamelijk inspanning?
timer
0:30
A
In de spieren
B
Onder de huid
C
Buikvet
D
tussen de organen in de buikholte
Slide 23 - Quizvraag
Subtraatkeuze
Definitie: welke stof een sporter hoofdzakelijk gebruikt om energie uit te halen (koolhydraten/vetten)
Slide 24 - Tekstslide
Waar is de subtraatkeuze van afhankelijk?
timer
0:30
A
Wat je die dag hebt gegeten?
B
intensiteit en duur training
C
getraindheid
D
duur van je slaap
Slide 25 - Quizvraag
Naarmate iemand beter getraind is, zal hij gemakkelijker zuurstof kunnen opnemen en vetten verbranden.
Slide 26 - Open vraag
Tijdens een lichte inspanning verbrandt een sporter relatief meer vetten.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Naarmate de inspanning langer duurt worden er meer vetten verbruikt?
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Wat zijn essentiële vetzuren?
Slide 29 - Woordweb
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Vragen?
vragen?
Slide 40 - Tekstslide
huiswerk:
Uitleg kookopdracht en brainstormen over mogelijke opties die je gaat kiezen.