Herhaling werkwoordstijden

Herhaling werkwoord
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

ik zeg
ik zei
ik heb gezegd
ik had gezegd
praesens
imperfectum
perfectum
plusquamperfectum

Slide 2 - Sleepvraag

Onvoltooid
Voltooid
praesens
imperfectum
perfectum
plusquamperfectum

Slide 3 - Sleepvraag

Onvoltooide vs Voltooide tijden
Onvoltooide tijden hebben een praesensstam:
  • (voca-, audi-, terre-, dic-)

Voltooide tijden hebben een perfectumstam:
  • (vocav-, audiv-, terru-, dix-)

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoorden zijn formules!
Tijd
Stam 
(pr of pf)
kenletters
(geeft tijd aan)
bindvocaal

uitgang
praesens
praesensstam
-
(i voor -s/-t,
u voor -nt)
o, s, t, mus, tis, nt
imperfectum
praesensstam
(e)ba
-
m, s, t, mus, tis, nt
perfectum
perfectumstam
-
-
i, isti, it, imus, istis, erunt
plusquamperfectum
perfectumstam
era
-
m, s, t, mus, tis, nt

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoorden zijn formules!
Tijd
Stam 
(pr of pf)
kenletters
(geeft tijd aan)
bindvocaal

uitgang
praesens
dic
-
i
tis
imperfectum
dic
eba
-
mus
perfectum
dix
-
-
it
plusquamperfectum
dix
era
-
nt

Slide 6 - Tekstslide

Let op esse en posse!
esse 
prae.
posse 
prae.
esse 
impf
posse impf
esse
pf
posse
pf
esse 
pqpf
posse 
pqpf
sum
pos-sum
era-m
pot-era-m
fu-i
potu-i
fu-era-m
potu-era-m
es
pot-es
era-s
pot-era-s
fu-isti
potu-isti
fu-era-s
potu-era-s
est
pot-est
era-t
pot-...
...
...
...
...
sumus
pos-sumus
era-mus
pot-...
...
...
...
...
estis
pot-estis
era-tis
pot-...
...
...
...
...
sunt
pos-sunt
era-nt
pot-...
...
...
...
...

Slide 7 - Tekstslide

Welke tijd is?

inceperam
A
praesens
B
perfectum
C
plusquamperfectum
D
imperfectum

Slide 8 - Quizvraag

Welke tijd is?

dividis
A
praesens
B
perfectum
C
plusquamperfectum
D
imperfectum

Slide 9 - Quizvraag

Welke tijd is?

fuisti
A
praesens
B
perfectum
C
plusquamperfectum
D
imperfectum

Slide 10 - Quizvraag

Welke tijd is?

dubitavit
A
perfectum
B
plusquamperfectum
C
futurum
D
imperfectum

Slide 11 - Quizvraag

Welke tijd is?

vocabamus
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
futurum exactum

Slide 12 - Quizvraag

Welke tijd is?

poterant
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
futurum exactum

Slide 13 - Quizvraag

Werkwoorden benoemen
Formuleer je antwoord als volgt:

prs/impf/pf/pqpf, 1/2/3, ev/mv

Slide 14 - Tekstslide

Benoem het werkwoord

cepisti

Slide 15 - Open vraag

Benoem het werkwoord

erant

Slide 16 - Open vraag

Benoem het werkwoord

tremunt

Slide 17 - Open vraag

Benoem het werkwoord

temptaveras

Slide 18 - Open vraag

Benoem het werkwoord

potueramus

Slide 19 - Open vraag

Oefenen in tekst 17: benoem de onderstreepte werkwoorden
      Nunc nox est, sed Lentulus dormire non potest.
      Cogitat: ' Uxor bona fuit Fabia mea. Fuit femina
      fortis et acris, ego autem lenis sum et aliquando
15 paulum neglegens. Verbis acriter me castigare
      poterat, si quicquam paulum neglegenter feceram!
      Iam nunc magnopere ea careo: careo voce dulci,
      careo etiam verbis acribus meae Fabiae  ...'

Slide 20 - Tekstslide

Antwoorden
est = 3 ev praesens (van esse)
potest = 3 ev praesens (van posse)
Cogitat = 3 ev praesens 
fuit = 3 ev perfectum (van esse)
sum = 1 ev praesens (van esse)
poterat = 3 ev imperfectum (van posse)
feceram = 1 ev plusquamperfectum 
careo = 1 ev praesens

Slide 21 - Tekstslide