Toets Dementie
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dementie is een ouderdomsziekte?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Ouder worden komt met gebreken...
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
Welke hoort niet in het rijtje thuis?
A
Trager geheugen
B
Geheugenverlies
C
Trager denken
D
Stramme gewrichten
Slide 3 - Quizvraag
Er bestaan vele vormen van dementie.
Welke vorm komt het meeste voor?
Welke vorm komt het meeste voor?
A
Vasculaire dementie
B
Lewy-body dementie
C
Fronto-temporale dementie
D
Alzheimer dementie
Slide 4 - Quizvraag
De ziekte van Alzheimer verloopt in fases. In de vroege fase zie je de volgende symptomen.
A
Verward, zich herhalen, interesse in andere verliezen, vergeetachtig
B
Verward, incontinent, vergeetachtig, onrust, spraak verliezen.
C
Gedesoriënteerd zijn, verward, agressie, achterdocht
D
Totaal hulpbehoevend, gedesoriënteerd, verward, gevaar voor zichzelf.
Slide 5 - Quizvraag
Multi-infarct dementie heet ook wel?
A
Alzheimer
B
Vasculair
C
Lewy-body
D
Fronto- temporale
Slide 6 - Quizvraag
Dementie is te behandelen?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Vasculaire dementie heeft diverse symptomen. Welke zijn opvallend?
Meerdere antwoorden mogelijk.
Meerdere antwoorden mogelijk.
A
Taal en spraak problemen
B
Oogproblemen
C
Duizeligheid
D
Geheugenverlies
Slide 8 - Quizvraag
Lewy-body dementie is hetzelfde als Parkinson dementie?
A
Ja dat klopt
B
Nee heeft niks met elkaar te maken
C
Is een gevolg van al jaren Parkinson
D
Ligt aan het moment waarom de dementie zich openbaart.
Slide 9 - Quizvraag
FTD staat voor?
A
Front time dementie
B
Front temporale dementie
C
Front therapie dementie
D
Front tijdelijke dementie
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een opvallend kenmerk van FTD?
A
Geheugen vaak nog goed
B
Geheugen erg slecht
C
Agressie
D
Pas vanaf hoge leeftijd
Slide 11 - Quizvraag
Als dementie veroorzaakt wordt door een andere ziekte dan noem je dit?
A
Gewoon dementie
B
Postnatale dementie
C
Primaire dementie
D
Secundaire dementie
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekend de term afasie?
A
Niet meer op woorden kunnen komen
B
Niet meer kunnen praten
C
Woorden verzinnen
D
Woorden roepen
Slide 13 - Quizvraag
De verborgen ik is het eerste stadium van dementie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hoe heb je deze toets gemaakt?
A
Wel goed
B
Een 6 denk ik
C
Ik wist weinig
D
Ging wel redelijk
