Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Hebben en zijn
Even herhalen
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Secundair onderwijs
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Even herhalen
Slide 1 - Tekstslide
Hebben en zijn
Slide 2 - Tekstslide
timer
1:00
Werkwoord 'hebben'
Slide 3 - Woordweb
timer
1:00
Werkwoord 'zijn'
Slide 4 - Woordweb
HEBBEN
Ik HEB
Jij HEBT
Hij/zij HEEFT (1 persoon)
Wij HEBBEN
Jullie HEBBEN
Zij HEBBEN (meer personen)
Slide 5 - Tekstslide
ZIJN
Ik BEN
Jij BENT / BEN jij?
Hij/zij IS (1 persoon)
Wij ZIJN
Jullie ZIJN
Zij ZIJN (meer personen)
Slide 6 - Tekstslide
HEBBEN
= bezit
= wat je hebt
= van jou
Bv. een auto, een fiets, een rok, een broek, een T-shirt, een boek, een stift, een pen, een huis, een tuin, een garage...
Slide 7 - Tekstslide
ZIJN
= wat je bent
= kenmerk, eigenschap
Bv. groot, 16 jaar, oud, jong, lief, grappig, verlegen, slim, mooi, lelijk, dik, dun, een jongen, een meisje...
Slide 8 - Tekstslide
Wat is het goede woord.
Ik ... een broek.
A
heb
B
hebt
C
hebben
D
heeft
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Ik ... een jongen.
A
bent
B
ben
C
is
D
zijn
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Jij ... een boek.
A
hebt
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Wij ... lief.
A
ben
B
zijn
C
bent
D
is
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Jullie ... 16 jaar oud.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 13 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Hij ... een jas.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben
Slide 14 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Zij ... groot.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Ik ... een auto.
A
hebben
B
is
C
heb
D
ben
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Wij ... grappig.
A
hebben
B
is
C
zijn
D
bent
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het goede woord.
Jij ... 16 jaar oud.
A
hebt
B
is
C
zijn
D
bent
Slide 18 - Quizvraag
En nu iets nieuws...
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Frequentie: hoe vaak eet je spruitjes?
nooit
soms
vaak
meestal
altijd
Ik drink
nooit melk.
Ik eet vaak brood.
Slide 21 - Tekstslide
nooit
soms
altijd
Slide 22 - Sleepvraag
nooit
soms
altijd
vaak
dikwijls
Slide 23 - Sleepvraag
Frequentie: hoe vaak sport je?
nooit
soms
vaak
meestal
altijd
Ik sport nooit .
Ik voetbal altijd.
Ik zwem soms.
Slide 24 - Tekstslide
Maak een goede zin
1
2
3
altijd
Zij
basketbalt
Slide 25 - Sleepvraag
Maak een goede zin
1
2
3
soms
Wij
stofzuigen
Slide 26 - Sleepvraag
Maak een goede zin
1
2
3
vaak
Ik
strijk
Slide 27 - Sleepvraag
Maak een goede zin
1
2
3
dikwijls
Hij
bokst
Slide 28 - Sleepvraag
Wat vond je van deze les?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Poll
Meer lessen zoals deze
Hebben en zijn
September 2024
- Les met
29 slides
NT2
Secundair onderwijs
2021
Januari 2021
- Les met
22 slides
Nederlands voor nieuwkomers
Secundair onderwijs
2021
Januari 2021
- Les met
27 slides
Nederlands voor nieuwkomers
Secundair onderwijs
Unité 17 - à pied, à vélo en tram...
Mei 2023
- Les met
30 slides
Frans
Lager onderwijs
Workshop spelling werkwoorden IOT 1
Januari 2022
- Les met
51 slides
nederlands
Hoger onderwijs
Karakter - eigenschappen - jobs
Februari 2024
- Les met
44 slides
NT2
Hoger onderwijs
Karakter - eigenschappen - jobs
Mei 2022
- Les met
47 slides
NT2
Hoger onderwijs
werkwoorden vervoegen
December 2023
- Les met
25 slides
NT2
Secundair onderwijs