CH3: E-Grammar (Adjectives & Adverbs)

]
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

]

Slide 1 - Tekstslide

At the end of this lesson

- I can use adjectives (bijv. nw) to give more information about a person, animal or thing, and I can use adverbs (bijwoord) to give more information about actions

Slide 2 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs


(bijvoegelijke naamwoorden en bijwoorden)

1. Frank is a good singer 
2. My brother is a careful driver.

Een bijvoegelijk naamwoord beschrijft iets of iemand. 
Het zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
(Zelfstandig naamwoord vind je door de, het, een ervoor te zetten).

Slide 3 - Tekstslide

Adjectives and Adverbs
1. Frank sings well. 
2. My brother drives carefully.

Bijwoorden kunnen andere woorden beschrijven. Een bijwoord zegt bijvoorbeeld hoe iets gebeurt, of hoe iets gedaan wordt. Het zegt iets over een werkwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Let op!
1. My teachers are nice.
2. That car looks beautiful.
3. Haggis smells awful.

Na koppelwerkwoorden en werkwoorden die iets over zintuigen zeggen zoals: 
to be (zijn), to seem (lijken), to become (worden), to feel (zich voelen),
to appear (lijken/(ver)schijnen, to look (eruitzien), to smell (ruiken), to sound (klinken), to taste (smaken) gebruik je geen bijwoord, maar een bijvoegelijk naamwoord.

Slide 5 - Tekstslide

-ly
De meeste bijwoorden maak je door -ly achter het bijvoegelijk naamwoord te zetten.     
Beautiful - beautifully

Let op! Soms verandert de spelling van het bijwoord. 
terrible - terribly  (e --> y)
easy - easily (y --> ily)
fantastic - fantastically (ic --> +ally)

Slide 6 - Tekstslide

Vervolg bijwoorden
Er zijn ook onregelmatige bijwoorden. 
Het bijwoord van good is well
(Er zijn meerdere uitzonderingen. Deze staan in je boek!)

She's a good performer. She performs well. 






Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Max is a ... singer.
A
good
B
well

Slide 10 - Quizvraag


You can ... open the box.
A
easy
B
easily
C
easyly

Slide 11 - Quizvraag


He drives the car ...
A
carefully
B
careful

Slide 12 - Quizvraag


Jamie Oliver cooks ...
A
fantastic
B
fantasticly
C
fantastically

Slide 13 - Quizvraag


This hamburger tastes ...
A
awful
B
awfully

Slide 14 - Quizvraag


Madonna is a ... singer.
A
terribly
B
terrible

Slide 15 - Quizvraag


That pizza smells ...
A
nicely
B
nice

Slide 16 - Quizvraag

Adjective or adverb?
Thanks, dinner tasted ____(wonderful).

Slide 17 - Open vraag

Adjective or adverb?
My mom is a__________ driver. (careful)

Slide 18 - Open vraag

Adjective or adverb?
You can__________ open this tin. (easy)

Slide 19 - Open vraag

Adjective or adverb?
My mom drives__________ . (careful)

Slide 20 - Open vraag

Adjective or Adverb?
"He ... accepted the offer." (happy)

Slide 21 - Open vraag