Adjectives and Adverbs

Adjectives and Adverbs
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Adjectives and Adverbs

Slide 1 - Tekstslide

Lesson Goal
At the end of this lesson you know what adjectives and adverbs are.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 9
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden

Adjectives and Adverbs

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 9
Een bijvoeglijk naamwoord (adjective) zegt iets over een zelfstandig naamwoord (noun).

Beyoncé is a                good             singer
                                     adjective            noun

Slide 4 - Tekstslide

Een bijwoord (adverb) zegt iets over een werkwoord (verb)., hoe iets gebeurt

He         talked         nervously.
            verb              adverb

Slide 5 - Tekstslide

adverb = adjective + ly

adjective:    the beautiful girl
adverb:         she sings beautifully

Slide 6 - Tekstslide

Be careful!!

                      adjective -le             =             adverb -ly

                        terrible                                       terribly

Slide 7 - Tekstslide

Be careful!!

    adjective:  ends with -ic (fantastic)
    adverb:       +ally (fantastically)

Slide 8 - Tekstslide

Be careful!!

    adjective:  medeklinker +y (easy)
    adverb:       ily (easily)

Slide 9 - Tekstslide

Be careful!!

Bij sommige werkwoorden (zintuigen) gebruik je geen bijwoord, maar een bijvoeglijk naamwoord.
to be (zijn), to seem (lijken), to feel (voelen), to smell (ruiken), 
to sound (klinken), to taste (smaken)

Het ruikt vreselijk. - It smells terrible.

Slide 10 - Tekstslide

Be careful!!

Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een heel ander bijwoord.
He is a good boy. - He studies well.

Bij sommige bijvoeglijke naamwoorden is het bijwoord hetzelfde!
Bij fast, long, fast, low
That is a fast car. - It drives fast

Slide 11 - Tekstslide

The man drives..............
A
slow
B
slowly

Slide 12 - Quizvraag

Beyonce sings...................
A
beautiful
B
beautifully

Slide 13 - Quizvraag

They lived............ever after
A
happy
B
happily

Slide 14 - Quizvraag

I feel.............
A
good
B
well

Slide 15 - Quizvraag

Would you please come in.................
A
quiet
B
quietly

Slide 16 - Quizvraag

He made a................ noise
A
terrible
B
terribly

Slide 17 - Quizvraag

Be careful, a lion is a .............. animal
A
dangerous
B
dangerously

Slide 18 - Quizvraag

This food tastes really-----
A
bad
B
worse
C
badly

Slide 19 - Quizvraag

Lesson Goal
At the end of this lesson you know what adjectives and adverbs are.

Slide 20 - Tekstslide