- markeer in je bronnen bruikbare passages;
- geef elke bron een nummer;
- geef elke gemarkeerde passage een letter;
- deze codes gebruik je in je schrijfschema (voorbeeld):
-- 4b: uit bron 4 de tweede gemarkeerde passage
-- 2d: uit bron 2 de vierde gemarkeerde passage
- maak een bouwplan (schrijfschema)