Hst 5 Slaapstoornissen

Slaapstoornissen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slaapstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

week
onderwerp
TM
1
Angststoornissen
GGZ deel 1, module 6
2
Obsessief Compulsieve Stoornis
GGZ deel 1, module 6
3
Psychotrauma of stressstoornis
GGZ deel 1, module 6
4
Eetstoornissen
GGZ deel 2, module 2
5
Kerstquiz + GGZ
week
onderwerp
TM
Kerstvakantie
6
Slaapstoornissen
GGZ deel 2, module 3
7
Verslaving
GGZ deel 2, module 2
8
Hechtingsstoornissen
9
Ziekte van Korsakov

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
  1. Wat een normaal slaappatroon is.​
  2. Waarom we slapen. ​
  3. Welke vier factoren van invloed zijn op slapen. ​
  4. Het verschil tussen in- en doorslaapstoornissen.​
  5. Oorzaken voor overmatige slaperigheid overdag. ​
  6. Verschillende behandelingen voor slaapstoornissen. ​














Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uur slaap jij gemiddeld per nacht?
4 uur
5 uur
6 uur
7 uur
8 uur
9 uur
10 uur

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ben je tevreden over je eigen slaappatroon?
ja
nee

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van slapen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel uur slaap
jij gemiddeld?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er als
je niet slaapt?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

1. Het ‘schoonmaken’ van je hersenen
2. Het onthouden van belangrijke dingen
3. Het verwerken van emoties

Op de korte termijn
zorgt een goede nachtrust ervoor dat je je uitgerust voelt en voldoende energie hebt voor de dag. Goed slapen zorgt er ook voor dat je lekkerder in je vel zit en dat je je beter kunt concentreren. Bovendien is je geheugen beter als je goed slaapt en ben je minder snel prikkelbaar of somber,
Op de lange termijn heeft goede slaap een positieve invloed op je afweersysteem. Ook verkleint langdurig goed slapen de kans op aandoeningen die moeilijk of zelfs niet overgaan. Denk hierbij aan depressie, dementie, hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en obesitas. Genoeg redenen om extra aandacht te besteden aan een goede nachtrust. 
Slapen
Slaap is nodig voor goed lichaamsfunctioneren​


Slaaponthouding => psychische / lichamelijke verschijnselen ​
  • Verhoogde prikkelbaarheid ​
  • Hoofdpijn ​
  • Coördinatiestoornissen ​




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vallen we in slaap?
Wat gebeurd er?
Wat zijn de stappen?

Bespreek dit met je buurman/vrouw

Slide 11 - Tekstslide

Melatonine is het bekendste slaaphormoon en staat bekend als het slaaphormoon. Melatonine helpt onze interne klok te regelen en geeft aan wanneer het tijd is om naar bed te gaan. Als de nacht valt en er minder licht is, neemt de productie van melatonine toe, waardoor we ons slaperig voelen.

Cortisol, vaak het “stresshormoon” genoemd, speelt een essentiële rol bij het handhaven van het energieniveau gedurende de dag, maar kan de slaap negatief beïnvloeden als de productie ervan niet goed geregeld is. De piek in het cortisolniveau ligt gewoonlijk rond 8 uur ’s ochtends en neemt geleidelijk af gedurende de dag.

Een minder bekend maar even belangrijk hormoon dat de slaap regelt is adenosine. Adenosine wordt in de cellen aangemaakt tijdens dagelijkse activiteiten en energieverbruik. Na verloop van tijd hoopt het zich op, wat leidt tot een verhoogd gevoel van slaperigheid, Meestal in tegen de avonduren.
Adenosine hecht zich op bepaalde receptoren van neuronen in de hersenen, die daardoor minder actief worden. Hoe meer adenosine, hoe rustiger die neuronen worden en hoe slaperiger je je voelt.

Hoewel niet direct betrokken bij het opwekken van slaap, speelt groeihormoon (GH) een vitale rol tijdens diepe slaapfasen. GH bevordert celgroei en herstel in het hele lichaam en komt vooral vrij tijdens het slapen. Met name tijdens diepe slaap. 

Orexine, ook bekend als hypocretine, is een ander belangrijk hormoon dat de waakzaamheid helpt regelen. Het wordt geproduceerd in gespecialiseerde neuronen in de hypothalamus van onze hersenen. Kort samengevat stimuleert orexine het opwindsysteem en houdt het ons wakker en alert tijdens onze dagelijkse activiteiten.

Vrijwel iedereen weet wat adrenaline is en wat het doet. Het geeft een boost en zorgt voor spanning en paraatheid. Adrenaline is een tegenhanger van melatonine. Wanneer adrenaline waardes hoog zijn zal het niet lukken om in slaap te vallen.
Fysiologie van het slapen
Normaal in slaap vallen: ​
  • Moe gevoel, prikkende ogen, concentratieverlies, onbedwingbaar gapen​
  • Ogen vallen dicht, bewustzijn verlaagt​
  • Prikkels van buiten merk je niet meer​
  • Spieren verslappen, ademhaling en pols vertragen, bloeddruk daalt​
  • Celstofwisseling neemt af ​
  • Hersenen blijven actief ​





Slide 12 - Tekstslide

Hoe werkt dit mer de stofjes?
Slaapcyclus
stadium 1 t/m 4: ​Non-REM slaap
stadium 5:            REM-slaap = Rapid Eye Movement =                       
                                   droomslaap ​

1 slaapcyclus = alle 5 stadia doorlopen​

Per nacht 4-5x slaapcyclus




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stadium 1: ​
Tussen waken en slapen, je wordt makkelijk wakker ​
‘ontspannen waaktoestand’​
Stadium 2:​
Langzame oogbewegingen​
Hersengolven vertragen 
​Stadium 3: ​
tragere hersengolven​

Stadium 4: ​ ​
Diepe slaap, spieren volledig verslapt​

Stadium 5:
REM slaap













Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Een slaapcyclus bestaat uit vijf fasen van slaap en duurt 90 - 120 minuten.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van de REM slaap?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

REM slaap
  • Spieren blijven verslapt​
  • Ademhaling sneller / onregelmatiger ​
  • Bloeddruk en polsfrequentie stijgen​
  • Schommelingen lichaamstemperatuur ​
  • Snelle oogbewegingen ​

  • Hersenen vertonen grote activiteit => lijken wakker => paradoxale slaap​
  • Droomslaap ​







Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies slapen
  1. Hormoonveranderingen in nacht: ​bevordert groei weefsels, stimuleert eiwitsynthese ​
  2. Minder adrenaline en cortisol ​=> lager glucosegehalte. Eind van de nacht neemt productie weer toe => energie voor de dag​
  3. ​Reparatie van cellen en weefsels (fysiek herstel)
  4. Indrukken verwerken van overdag ​
  5. Dingen die je overdag geleerd hebt opslaan in geheugen​




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren die de slaap beïnvloeden
  1. Leeftijd ​
  2. Omgevingsfactoren ​
  3. Invloed van voeding​
  4. Verstoring van de biologische klok ​


Schrijf op hoe deze 4 factoren de slaap beïnvloeden. ​




Slide 20 - Tekstslide

Leeftijd: baby slaapt veel, ouderen minder
Omgeving: geluiden/lawaai. heel warm of juist koud, licht
Voeding: cafeine, alcohol. melk juist helpt met inslapen
Biologische klok: jetlag, ploegendienst
In- en doorslaap stoornissen
Lichamelijke oorzaken:
snurken, het slaapapneusyndroom, restless leg syndroom, nachtelijke spiertrekkingen en slaapverstorende symptomen bij ziekte. 

Psychische oorzaken:
stress, posttraumatische stressstoornis en depressiviteit.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaap apneu
  • Zachte gehemelte en keelspieren vallen samen​
  • Luchtwegen blokkeren​
  • Inademing stopt​
  • (obstructief)slaapapnoesyndroom (OSAS) bij >30x per nacht ademstilstand van 10 sec of langer​
  • Ademstilstand vooral tijdens diepe slaap en REM slaap ​
  • Gevaar = zuurstoftekort, CVA, hartinfarct, nachtelijk overlijden ​









Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slaapapneu

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling slaapapneu

Neusmasker ​(C-PAP)
Operatieve correctie​
Bitjes ​


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rusteloze benen (restless legs)
  • Kriebelende / tintelende / krampende / jeukende benen ​
  • MOET benen bewegen ​
  • Onbekende oorzaak​
  • Vaker bij: ijzer/foliumzuur tekort, zwangerschap, DM, Parkinson, schildklieraandoeningen ​


Behandeling: gezonde leefstijl, warm baden, massage benen, medicijnen​ (medicatie voor Parkinson, pijn of epilepsie)




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nachtelijke spiertrekkingen
Spierschokjes die tot 2 uur aanhouden ​


Moeilijk te behandelen​
Medicatie: clonazepam / anti-epileptica 


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziekteverschijnselen die slaap beïnvloeden
  • Chronische pijn​
  • Jeuk (allergie /nierfunctiestoornis)​
  • Koorts​
  • Benauwdheid​
  • Hoesten​
  • Misselijkheid​
  • Volle blaas ​
  • Hormonale stoornissen ​






Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Psychisch
  • Stress => niet kunnen ontspannen ​
  • Angst veroorzaakt vaak stress ​
  • Meer adrenaline => minder ontspanning​

  • Vaak slaapstoornissen bij: ​
  • Angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen, schizofrenie, PTSS, depressie ​





Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overmatige slaperigheid overdag
Door slecht slapen ‘s nachts​
Te weinig prikkels om je wakker te houden​

Narcolepsie => neurologische stoornis ​(zie filmpje)
     Aanvallen van onbedwingbare slaap van 2-10 minuten (REM slaap)​
     Spierslapte
     Slaapverlamming => niet bewegen/spreken vlak voor in slaap vallen of         opstaan ​





Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees in het boek Pathologie HST 5 vanaf kopje 'behandeling van slaapstoornissen'.

Maak TM opdracht 4 t/m 7

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies