hoofdstuk 13, 14, andere geschillenbeslechting en executie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BPRMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • gaan we het hebben over arbitrage, bindend advies en executierecht
  • maar eerst nog even terug naar de toets!
  • en daarna nog naar de (buiten)gewone rechtsmiddelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

buitengewone rechtsmiddelen
 
Er zijn ook 3 buitengewone rechtsmiddelen, welke waren dit? 

Slide 3 - Tekstslide

cassatie in het belang der wet
herroeping
derdenverzet

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar?
1. een buitengewoon rechtsmiddel schort de tenuitvoerlegging van de uitspraak op
2. buitengewone rechtsmiddelen kunnen worden ingezet nadat de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
A
1 is waar
B
2 is waar
C
1 en 2 zijn waar
D
1 en 2 zijn niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vragen 3,4 en 5 van hoofdstuk 12 uit je boek en vul je antwoorden hier in.
timer
10:00

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
bij arbitrage kunnen ook leken als rechter optreden
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
een uitspraak in arbitrage kan direct ten uitvoer worden gelegd, net als bij een uitspraak in een gewone procedure
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
arbitrage is wel geregeld in Rv en bindend advies niet
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is waar?
bij een bindend advies kun je in beroep
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgt een executoriale titel voor?
A
de mogelijkheid om via een deurwaarder een dwangmiddel toe te passen
B
dat je zonder een deurwaarder een vonnis ten uitvoer kan leggen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is geen voorbeeld van een dwangmiddel, ook executiemiddel genoemd?
A
beslag
B
arbitrage
C
dwangsom
D
lijfsdwang

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wie kunnen gebruik maken van parate executie en hebben dus géén executoriale titel nodig?
A
een pandhouder en hypotheekhouder
B
een werkgever en verhuurder
C
een echtgenoot na een scheiding
D
een consument

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moet deze hypotheekhouder als hij je huis wilt verkopen nu nog eerst naar een rechter voordat hij dit kan doen?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies