gedichten en rijmen

gedicht
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

gedicht

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


Er zwemt een bromvlieg in de soep

Mmmh”, dacht de bromvlieg, “Wat een
heerlijke soep, hier blijf ik nog even lekker zwemmen
.”

Oeps, daar kwam een groot ijzeren ding en weg was
de bromvlieg.



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Moet een gedicht altijd rijmen?
A
nee
B
soms
C
ja

Slide 11 - Quizvraag

Als een gedicht een EINDRIJM heeft, dan rijmen de laatste woorden op elkaar.
A
nee
B
kan, hoeft niet
C
ja

Slide 12 - Quizvraag

Bij een BEGINRIJM hebben de eerste woorden dezelfde klank.
A
nee
B
ja

Slide 13 - Quizvraag

Bij een MIDDENRIJM moeten de middelste woorden op elkaar rijmen.
A
nee
B
C
ja

Slide 14 - Quizvraag

opdracht: ontwerp een grappig gedicht

1. Bedenk een grappig onderwerp.

2. Ga brainstormen en schrijf grappige woorden op.

3. Schrijf de eerste zin van je gedicht op.

4. Schrijf de tweede zin van je gedicht op.

5. etc. (gebruik minimaal 8 zinnen/regels)

6. Maak bijvoorbeeld gebruik van eindrijm, beginrijm en
     middenrijm.

Slide 15 - Tekstslide