Week 45_maandag_stillezen_poezie_begrijpendlezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

Terugblik 

Stillezen

Poëzie samen aan de slag

Poëzie zelfstandig

Pauze

Begrijpend lezen

Quizlet 

Evalueren

Opmerking: nog iets in te halen? Kom in de pauze van deze  les.

Hoe was de les gegaan?

Boekenpitch

Wat heb je geleerd?

 Quizlet, Schrijven, boekenpitch

Waneer zijn de toetsen nagekeken?

Deze week!

Lesdoel -januari toets

Je kent de rijmvormen: alliteratie (beginrijm), middenrijm (assonantie) en eindrijm. 

Je weet dat bij beginrijm de eerste letter gelijk is, bij middenrijm de klank gelijk is en bij eindrijm de laatste klank van woorden gelijk is.

Eindrijm

De bekendste vorm van rijm is eindrijm. Bij eindrijm eindigen de laatste woorden van alle zinnen of van een aantal zinnen van het gedicht op elkaar. 

Sint en Piet zaten even te denken

wat ze Erwin moesten schenken.

Moeilijk vonden ze het eigenlijk niet,

want Erwin wilde graag een vergiet.

Beginrijm (alliteratie)

Zo moet het zijn. Het zoete zingen - Leo Vroman

Bij alliteratie zie je steeds dezelfde beginletter terug, in dit geval de z. Het kan ook zijn dat je de beginrijm ziet bij woorden op verschillende regels, in plaats van zo netjes achter elkaar. 

Ontkleed ben ik een mager kaasgewrocht

waarin de zilte knoken ruikbaar knakken. - Leo Vroman

Middenrijm (assonantie) 

De middelste klanken van woorden rijmen op elkaar. Deze woorden rijmen dus niet met het begin of het eind, maar ze klinken wel een beetje hetzelfde. 

(Wie ziet ook eindrijm?)

Droevig is het mateloos verschiet.

Op vele bedden liggen jonge mensen,

in vademloos verdriet, en staren

zonder wensen, door de ramen, in het riet.

- Leo Vroman

Open alvast Nieuw Nederlands: hoofdstuk 1, bladzijde 39 (tekst 1 - laf). Gebruik de theorie op bladzijde 38.

Tekst 1, blz 38.
Noteer de (middenrijm) assonaties
uit de eerste strofe.

Antwoord:

Haar - stralen -  maan

Noteer de assonaties (middenrijm)
uit de laatste strofe.

Antwoord:

dan – strak – gebald

Wat is er aan de hand met de ik-figuur?

Antwoord:

De ik-figuur is verliefd, maar durft niet op zijn/haar geliefde af te gaan. 

Wat ga je doen?

1. Opdracht 2, vraag 2 (blz 38)

2. Ben je klaar? Ga zelf een gedicht bedenken (eerst voorbeelden opzoeken mag), 3. Maak een illustratie bij je gedicht.

Leslie: maak SCORE!

Antwoord opdracht 2, vraag 2:

Liefde - lustig

Voorlezen

Wat ga je doen?

1. Maak je gedicht af. Lever in bij de docent!

2. Ben je klaar? Ga woorden oefenen op Quizlet. 

Lesdoel

Je weet hoe je het onderwerp van een tekst moet vinden.

Je kunt hoofdzaken en bijzaken van elkaar onderscheiden.

Waar denk jij dat deze tekst over gaat?

Wat is het onderwerp van de tekst?

Tip: Kijk naar de titel, illustraties, tussenkopjes en anders gedrukte woorden.
Je leest de eerste alinea. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

Lees de hele tekst nauwkeurig

Onderstreep moeilijke woorden!

Neem deze mindmap over en vul in (onderwerp, hoofdzaken, bijzaken)

Samenvatting

Schrijf een samenvatting met behulp van je mindmap.

Ben je klaar met je samenvatting, lever dit in? Quizlet zelfstandig H1, H2, H3

Wat ging goed?

Wat kan er de volgende keer beter?

We gaan oefenen met fictie (lesbezoek meneer Poeze)

Wat ga je doen of wat neem je mee?

• Oefenen met Quizlets
• Leesboek mee!
• Oefenen aan Score Taalverzorging, wacht hier nog mee!