BLOK 5 + 6 HERHALING

Welkom bij een nieuwe les!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieBasisschoolGroep 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij een nieuwe les!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhaling blok 5 + 6 
Toets volgende week donderdag.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les heb je blok 5 en 6 af. 

Slide 3 - Tekstslide

Alle activiteiten die een organisatie bewust onderneemt om producten te verkopen of zijn bekendheid te vergroten, noem je marketing.

Slide 4 - Tekstslide

Veel ondernemers vinden de onderstaande instrumenten erg belangrijk: product , plaats , prijs ,promotie ,personeel, presentatie. 
Deze instrumenten worden tegelijkertijd naast elkaar gebruikt door de ondernemer om zijn bedrijf of product op de markt te brengen. De instrumenten worden ook wel de marketing-P’s of de 6 P’s genoemd, omdat ze allemaal met de letter P beginnen.

Slide 5 - Tekstslide

Alle activiteiten van een bedrijf die erop zijn gericht om een product te ontwikkelen, maken of verkopen, vormen samen het marketinginstrument Product.



Slide 6 - Tekstslide

De materiële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je kunt meten. Bijvoorbeeld de smaak van een lolly, het aantal branduren van een spaarlamp, of de stof waarvan een Tshirt is gemaakt.

 

De immateriële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je niet kunt meten. Het gaat dan om het gevoel dat de klant heeft bij dat product. Het gaat bijvoorbeeld om het merk, de service en garantie en de verpakking.

Slide 7 - Tekstslide

De materiële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je
A
kunt meten. Bijvoorbeeld de smaak van een lolly
B
niet kunt meten. Het gaat dan om het gevoel dat de klant heeft bij dat product.

Slide 8 - Quizvraag

De immateriële eigenschappen van een product zijn de eigenschappen die je
A
niet kunt meten. Het gaat dan om het gevoel dat de klant heeft bij dat product
B
kunt meten. Bijvoorbeeld de smaak van een lolly

Slide 9 - Quizvraag

Bekijk de volgende gegevens van een product:


Inkoopprijs: € 155
Bedrijfskosten: 55% van de inkoopprijs
Hoeveel bedraagt de kostprijs?
Schrijf de berekening op
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Schrijf het juiste antwoord op.
€ ……………………………………










Slide 10 - Tekstslide

onderzoeken
Onderzoeken
Een onderzoekende houding is een belangrijke eigenschap voor een ondernemer. Bij een onderzoekende houding durf je vragen te stellen en op onderzoek uit te gaan.
Onderzoeken is het bewust verzamelen van informatie over een vooraf gekozen onderwerp. Vooraf heb je dus besloten over welk onderwerp je informatie wilt vinden.

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn verschillende manieren om informatie te verzamelen.

Informatie kun je verzamelen door middel van deskresearch. Je leest dan bijvoorbeeld bestaande boeken, internetbronnen en verslagen. Een ander woord voor deskresearch is literatuuronderzoek.
Je kunt ook informatie verzamelen door middel van fieldresearch. Je interviewt mensen, laat ze vragenlijsten invullen, of je observeert ze. Een ander woord voor fieldresearch is veldonderzoek.

Slide 12 - Tekstslide


Afzet: 600 producten
Gemiddelde prijs: € 310,00
Bedrijfskosten: 40% van de inkoopprijs
Gemiddelde inkoopprijs: € 95,00
Hoeveel bedraagt de nettowinst?
Schrijf de berekening op.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Schrijf het juiste antwoord op.
€ ……………………………………














Slide 13 - Tekstslide

Immateriële eigenschap Materiële eigenschap


De status die een BMW geeft aan de koper van een auto.
Het benzineverbruik van een auto.

Slide 14 - Tekstslide

Veldonderzoek
Je bent gevraagd om een onderzoek te doen naar de marketingmix van de kledingwinkel ‘Plus & more’. Je besluit om informatie te verzamelen door mensen te interviewen.
Het heet het soort onderzoek dat je uit voert?

Slide 15 - Tekstslide

Observeren
Nina gaat een dagje meekijken in de supermarkt. Ze gaat onderzoeken hoe de marktstrategie verbeterd kan worden. Hoe heet deze onderzoekstechniek?

Slide 16 - Tekstslide

Elevator pitch
- Wie je bent
- Wat jouw kwaliteiten zijn
- Welke opleiding/werkervaring je hebt

Slide 17 - Tekstslide

Je gaat samen met een collega voor het bedrijf H&M een onderzoek doen naar de marketingmix van Zara. Je gaat een onderzoeksverslag maken.

Formuleer een goede hoofdvraag:
Formuleer drie deelvragen die hierbij passen:






Slide 18 - Tekstslide

Welke winkelvorm heeft een smal en diep assortiment?
A
Discounter
B
Supermarkt
C
Speciaalzaak
D
Warenhuis

Slide 19 - Quizvraag



Kostprijs: € 185
Winsttoeslag: 25% van de kostprijs
Hoeveel bedraagt de netto verkoopprijs?
Schrijf het juiste antwoord op.
€ ……………………………………






Slide 20 - Tekstslide


Kostprijs: € 225
Winsttoeslag: 55% van de kostprijs

Slide 21 - Open vraag

Product Inkoopprijs Toeslag BTW Consumentenprijs
Schoenen 
€ 55,00
€ 15,00
21%
€……………………



Slide 22 - Tekstslide

De consumentenprijs van een boek is € 17,25. Wat is de beste psychologische prijs voor het boek?
A
16.95
B
17.05
C
16.80
D
17.10

Slide 23 - Quizvraag

VERKOCHTE ARTIKELEN IN MEI
Artikelnummer Aantal
6580                  84
6584                  26
2015                   50
6251                    13

In de maand ervoor (april) was de afzet 5% lager dan in mei. Hoeveel producten zijn er in april verkocht? Rond je antwoord af op een heel getal.


Slide 24 - Tekstslide

Om welk soort kosten gaat het in de voorbeelden?
Kies uit: variabele kosten – vaste kosten.
Je mag de antwoorden vaker gebruiken.

1. Inpakmateriaal
……………………………………………………………………
2. Salaris van het personeel
……………………………………………………………………
3. Huur van een kantoorpand
……………………………………………………………………









Slide 25 - Tekstslide

Dionne heeft een logo voor het designbedrijf Creative Agency ontwikkelt. Ze heeft dit gedaan door direct het logo perfect uit te werken. Wat had ze beter kunnen doen?

Slide 26 - Tekstslide