Procenten en promillages

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Jan kent de ijsverkoper en krijgt 5% korting. Normaal betaalt je 3 euro voor een ijsje met 2 bolletjes. Hoeveel moet Jan betalen?
A
1,50
B
0,15
C
2.85
D
3,15

Slide 6 - Quizvraag

Bedrag koppelen aan procenten
3 euro = 100%
3/100 = 0,03 (3 cent) = 1 %
De korting is 5%, dus 5 x 3 cent = 15 cent
Jan betaalt dus 3 euro -/- 15 cent = 2,85 euro
OF: hij betaalt 95% van 3 euro = 2,85 euro

Slide 7 - Tekstslide

Elise betaalt maar 2,70 euro voor een ijsje. Hoeveel procent korting krijgt zij?
A
11,11 %
B
10 %
C
90 %
D
88,88%

Slide 8 - Quizvraag

Procentuele verandering
De korting = de procentuele verandering van de prijs
Bereken je door:( nieuw -/- oud) / oud x 100%,
dus (2,70 -/- 3) / 3 x 100% = - 10%
Negatief, want het is een korting

Slide 9 - Tekstslide

Myrthe krijgt 20% korting op een ijsje met 3 bolletjes. Ze betaalt nu 3,36 euro. Wat kost een ijsje met 3 bolletjes normaal?
A
4,20
B
4,03
C
2,80
D
2,69

Slide 10 - Quizvraag

Het bedrag waar de korting al vanaf is, is NOOIT 100%.
In dit geval krijgt ze 20% korting, dus betaalt ze maar 80 %. De 3,36 euro is dus 80%. De gewone prijs is 100% (dus zonder de korting)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Promille
1 promille is eigenlijk 1/ 1000.
Ervaren bestuurders mogen niet rijden wanneer zij meer dan 0,5 promille alcohol in hun bloed hebben. Iemand van 70 kg heeft ongeveer 5 liter bloed. Hij/zij mag dus maar 5/ 1000 = 0,005 X 0,5 = 0,0025 liter alcohol in het bloed hebben

Slide 13 - Tekstslide

Brutowinst
Inkoopprijs
+Brutowinst =
Verkoopprijs

Slide 14 - Tekstslide

Brutowinst als % van de inkoopprijs
De brutowinst is 30% van de inkooprijs. De verkoopprijs van een paar schoenen is 260 euro. Wat is dan de inkoopprijs?
inkoopprijs    100%
Brutowinst       30%
Verkoopprijs   130%  = 260 euro
De inkoopprijs = 260/ 130 x 100 = 200 euro

Slide 15 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
De brutowinst is 30 % van de verkoopprijs, De verkoopprijs van een paar schoenen is 260 euro. Wat is de inkoopprijs?
Inkoopprijs   70%
Brutowinst   30 %
Verkoopprijs 100% = 260 euro
De inkoopprijs is 260/100 x 70 = 183 euro

Slide 16 - Tekstslide

Tip!!!
Hetgeen na VAN DE staat, is altijd 100%

Slide 17 - Tekstslide