Nederlands H5 Herhaling drogredenen

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Programma

• Herhaling behandelde drogredenen 
• Opdracht teksten vergelijken

Doelen

Je herkent veelgebruikte drogredenen.

Je oefent met lezen op niveau 3F.

'Drop is niet gezond, want er zit zoethoutwortel en zout in.'
Dit is

1. een geldig argument
2. een cirkelredenering
3. een overhaaste generalisatie
4. Bespelen van het publiek

Alcohol is helemaal niet ongezond. Mijn opa dronk elke dag en die is 90 geworden!

1. een geldig argument
2. Bespelen van het publiek
3. een overhaaste generalisatie
4. een cirkelredenering

'Ik vind vrijheid van meningsuiting belangrijk, want volgens mij moet iedereen kunnen zeggen wat hij denkt.'
Dit is

1. Een geldig argument
2. een overhaaste generalisatie
3. een cirkelredenering
4. Bespelen van het publiek

'Ik vind zijn mening over de coronavaccins niet zo belangrijk.' Hij heeft geen studie gedaan over dit onderwerp. Dit is

1. een geldig argument
2. een aanval op de persoon
3. een cirkelredenering
4. Een onjuist beroep op autoriteit

'Ik zou echt niet in het oosten van het land willen wonen! De voorzieningen in Deventer zijn veel slechter dan in de Randstad.'
Dit is

1. een geldig argument
2. een overhaaste generalisatie
3. een cirkelredenering
4. Een beroep op de meerderheid

Die speler had rood moeten krijgen, dat vindt iedereen!

1. Een geldig argument
2. Een verkeerd beroep op autoriteit
3. Een cirkelredenering
4. Bespelen van het publiek

Jij hoeft me niets te vertellen over wat verstandig is en wat niet. Je hebt zelf niet eens je school afgemaakt!

1. Een geldig argument
2. Een verkeerd beroep op autoriteit
3. Een aanval op de persoon
4. Een cirkelredenering

Ik zit niet graag in de trein en de bus, want ik hou niet zo van het openbaar vervoer.

1. Een geldig argument
2. Een cirkelredenering
3. Een overhaaste generalisatie
4. Een beroep op de meerderheid

Ik laat mijn kind niet vaccineren. Doutzen Kroes vindt vaccinaties ook gevaarlijk.

1. Een geldig argument
2. Een verkeerd beroep op autoriteit
3. Een beroep op de traditie
4. Een onjuiste oorzaak -gevolgrelatie

U kunt mij geen onvoldoende geven! Ik heb er zo hard voor gewerkt!

1. Een geldig argument
2. Een verkeerd beroep op autoriteit
3. Bespelen van het publiek
4. Een cirkelredenering

Je hoeft mij niks te vertellen over het belang van sport. Je hangt zelf alleen maar op de bank!

1. Een geldig argument
2. Een verkeerd beroep op autoriteit
3. Een overhaaste generalisatie
4. Een aanval op de persoon

Opdracht: teksten vergelijken

- Kies een thema: Nederlandse literatuur (boeken), het examen Nederlands;

- Kies een onderwerp binnen het thema en noteer het;

- Zoek drie teksten op over dit onderwerp met elk een ander tekstdoel;

- Noteer van iedere tekst:

         - bron (APA);

         - tekstsoort;

         - tekstdoel;

         - hoofdgedachte;

         - betrouwbaarheid.